Vanmorgen kon ik lekker uitslapen. Als ik de gordijnen open hoor ik de buurman klagen over de regen. Ik ga naar de wc en hoor Ernst door het raampje praten met een buurvrouw, over het weer. Als ik beneden kom hoor ik weer een andere buurman iets zeggen over het weer en als Ernst binnenkomt wil hij mijn telefoon even hebben, om naar de buienradar te kijken. Om twee uur krijg ik bezoek. We zitten binnen, maar na een uur lijkt het er buiten wat beter op te worden. Ernst legt kussen op de stoelen en we gaan buiten zitten. Nog geen tien minuten later moeten mensen en kussen weer naar binnen. Hè, laten we het nou toch weer even hebben over het weer!
Mijn broer viel het al op, als hij in Nederland op vakantie kwam. De Nederlander heeft het altijd over het weer! Het is of te koud, of te warm, of te nat, of te droog. Iedereen heeft ook een mening over het weer: het klaart dan en dan weer op, of het gaan vanavond regenen, of volgende week krijgen we een hittegolf. Meestal klopt er niets van. Als je een buur tegenkomt op straat is het 'warm hè!' of 'het is hollen of stilstaan met dat weer hier' of 'nou, de zomer hebben we al weer gehad, zo te zien'. In Italië vragen mensen elkaar hoe het gaat, maar in Nederland bevestigen we elkaar de weersomstandigheden.
Een avondje televisiekijken levert je ongevraagd minstens vijf weerberichten op, die allen verschillen. De radio doet daar om het uur nog een grote schep bovenop. Wat bezielt de Nederlander toch om het altijd maar over het weer te hebben? We leven in een land, waar het weer geweldig is: genoeg water voor de landbouw, genoeg zon voor een badpak, genoeg sneeuw voor een sneeuwpop, genoeg wind voor een strandwandeling, genoeg onweer om net niet in paniek te raken! Een klimaat waar de halve wereld van zou dromen, maar wij klagen chronisch over het weer.
No comments:
Post a Comment