15.12.12

Het christelijke lijden


Paus Benedictus XVI beweert dat euthanasie, abortus en het homohuwelijk bedreigingen zijn voor de vrede. Is hier van een vorm van Alzheimer sprake? Ik weet toch zeker dat homohaat een bedreiging is voor de vrede en dat een huwelijk doorgaans staat voor liefde (tenzij het te lang duurt, maar dat zal hij als katholiek niet bedoelen, toch?)
   Euthanasie ontneemt het basisrecht op het leven, zegt de XVIde ook, maar hoe zit het dan met het basisrecht op de dood? Voor dat recht van leven heeft niemand zelf gekozen, dat deden hun ouders voor hen, maar het recht om dat te beëindigen is er dus niet? Vreemde zaak.
   Goed, tegen abortus, daar kan ik nog inkomen. Een kwestie van overtuiging, maar wat het met wereldvrede te maken heeft, dat ontgaat me volkomen.
   Ik meen te weten, dat ik me niets kan herinneren van mijn verblijf in de buik van mijn moeder. Zeker niet, toen mijn hersens nog niet waren volgroeid, toen ik als visje ronddobberde. Ik zou er veel moeite mee hebben, om een begin van leven weg te laten halen, want zodra ik wist dat ik zwanger was, groeide er een band met dat prille wonder. Volgens mijn zwangerschappen had ik vier kinderen moeten krijgen, maar nummer twee hield na twaalf weken op met leven en nummer vier (Anna is er stellig over: haar tweelingbroertje), gaf het na een paar maanden ook op. Omdat ik me altijd heb afgevraagd welk geslacht die twee zouden hebben gehad, heb ik ze kennelijk toch altijd als kinderen beschouwd. En daarom denk ik niet, dat ik ooit over zou kunnen gaan tot abortus. Dat hoeft nu ook niet meer, zou je denken, maar dat ligt niet zo voor de hand, want juist in de overgang kunnen er rare dingen gebeuren. Zou ik dan het enige kind van Ernst kunnen laten aborteren? Nee, en dus pas ik heel goed op, want ik heb al moeite met het idee dat ik eens oma zou worden, laat staan met oma van mijn eigen kind.
   Terug naar die paus. Wederom komt hier het christelijke lijden als zaligheid naar boven. Zie af van al die dingen die dingen, die het lijden verzachten, maar lijd vooral en heftig! Als je homo bent, trouw dan hetero en blijf je leven lang ongelukkig of belazer je partner achter zijn/haar rug. Als je ongewenst zwanger bent, neem dan lijdzaam de zorgen van het kind op je, ook al spoor je niet als moeder, ook al heb je de pest aan het kind van je verkrachter, of wat dan ook. En als je doodziek bent, lijd dan vooral, omdat je pijn hebt of niets meer kan.
   Maak, mensheid, van lijden uw deugt! Waarom? Ik zou het niet weten, maar dat kan die paus misschien wel uitleggen, net zoals hij dat kan met het krijgen van een hiv besmetting. Voor zover ik nu begrijp leidt lijden tot vrede! Halleluja!
   Ik had een christelijke schoonmoeder, die ook altijd vreselijk leed en daar een goede deugd van maakte, door het met flauwe grapjes eeuwig over al haar kwalen te hebben ('Ik lig altijd wakker 's nachts, maar ik lig er niet van wakker, hoor.'). Ze was tonnetje rond en had reuma, maar geen haar op haar hoofd die een taartje liet staan. Haar knieën en enkels deden natuurlijk altijd pijn, omdat ze dat gewicht moesten torsen, maar stel je voor dat ze er iets aan deed ('Het gaat wel over voordat ik een jongetje ben.')! En dan had ze weer Ménière, staar, en weet ik het wat, wat allemaal theatraal aan de man werd gebracht. Toen ze stervende was, vroeg ze haar familie of ze haar vergaven, dat ze wilde sterven. Ze was moe en kon niet meer. Volgens mij doet zelfs een paus zoiets absurds niet, maar zij wel. Alsof ze een keus had. Of wat verwachtte ze? Dat we haar zouden manen om te stoppen met sterven? Nee, het ging om dat lijden. Dat lijden, haar grote deugd, moest ons vooral worden ingewreven. Zij had haar leven lang geleden voor ons!

"Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zou treden." (1 Petrus 2:21). Het zal allemaal wel, maar die bullshit verziekt wel de vrede, al sinds ver voor de kruistochten.


Weerbaarheid


Met het verkondigen van een mening over de recente twee zelfmoorden naar aanleiding van pesten, begeef ik me op gevaarlijk terrein. Voor ik daarom verder ga, moet ik als eerste stellen, dat het bijzonder triest is, dat iemand zo ongelukkig is in zijn leven, dat hij of zij kiest voor de dood. Ook voor de nabestaanden van, in dit geval jonge mensen, is het verlies vreselijk. Ouders houden van hun kinderen en doen in alle gevallen hun uiterste best om een goede ouder te zijn en veel liefde te geven. Dat staat, met enkele uitzonderingen natuurlijk, buiten kijf.
   Het is juist die liefde, die wij als ouders tegenwoordig zo overvloedig aan onze kinderen willen geven, waardoor het vaak naar mijn mening helemaal mis gaat. Moest mijn vader als jonge knul nog staand zijn avondmaaltijd nuttigen (1920-'30), wij koken vooral dat, wat onze kinderen lekker vinden. We willen laten weten, hoeveel we van ze houden en we passen ervoor de strenge ouders te zijn, ambiëren juist een vriendschap. We vragen onze kinderen daarmee om vooral niet de pest aan ons te hebben, zoals wij dat hadden aan onze ouders, als ze ons zaken bot verboden. Streng zijn past niet meer in deze tijd. We overleggen, zelfs al met peuters, over het waarom van het 'nee', want we willen dat ons kind begrijpt, waarom iets niet mag.
   Dat overleg kan je op een bepaalde leeftijd vergelijken met het overleggen met een hond, waarom hij niet op de bank mag liggen. Het brein van het kind is nog niet in staat om begrip op te brengen voor een verbod, net zo min als die hond. Maar ook als kinderen ouder worden, is overleg meestal niet doeltreffend, want argumenten kunnen altijd worden weerlegd. De huidige puber is niet meer de onmondige uit medio de vorige eeuw, maar is een volleerd debater, die zijn argumenten allemaal op onder ander de tv heeft langs zien komen. Met onze overmatige liefde staan we machteloos tegenover deze puberkracht. De corrigerende tik mag niet meer, ongenuanceerd huisarrest is belachelijk. We moeten alles met argumenten omkleden en deugen die niet in de ogen van de puber, dan staan we met lege handen.
   Maar onze liefde doet nog meer kwaad. Wij willen onze kinderen tot het uiterste beschermen tegen alle gevaren en het kwaad van de wereld. Vooral het eerste kind heeft daar meer last van dan het tweede of derde. Ons kostbare bezit mag niets overkomen, maar komt er nog een kostbaar bezit, dan moeten we onze aandacht verdelen en worden we wat makkelijker. Het is mij opgevallen, dat met name enig kinderen vaak last (en soms ook de lust) hebben van de overmatige zorg van de ouders. Dat loopt uiteen van ouders, die veel te veel de school bezoeken, om elk wissewasje voor hun kind te willen oplossen, tot ouders die voortdurend op school zijn om hun kind in de gaten te houden en meegaan met schoolreisjes om hun kind niet uit het oog te verliezen. Dan zijn er de ouders, die het leven van hun kind volledig inrichten. Die bepalen wanneer er huiswerk wordt gemaakt, welke sport of muziek wordt aangeleerd, wanneer er tv gekeken mag worden en die thuiskom tijden hanteren, die niet passen bij de leeftijd. Het kind bevindt zich dan in een korset dat de ruggengraat recht houdt, maar als het even wordt afgelegd, dan zijn de spieren te zwak om rechtop te blijven staan.
   Het is onze plicht als ouders om kinderen klaar te stomen voor hun volwassen leven. Daarbij hoort ook zelfredzaamheid. Als wij onze kinderen voortdurend behoeden voor ieder gevaar, of dat nou leidt tot een open knie of slechte schoolprestaties, dan zal een kind nooit weerbaar genoeg worden. Ja, er zijn rot mensen op de wereld, rot kinderen, rottige gevaren die op de loer liggen, maar die horen allemaal bij het leven. Een kind moet de kans krijgen om stapsgewijs met die narigheid te leren omgaan. We mogen onze kinderen niet voorspiegelen, dat de wereld zo is als de geborgenheid van de huiskamer en dat er altijd een ouder is, die het voor ze op zal nemen. Een kind moet zelf in staat zijn problematiek het hoofd te bieden.
   Wat een enig kind mist is vooral de wisselwerking met andere kinderen in het gezin. Net als een nest jonge honden vechten kinderen met elkaar om een plek, om een stuk speelgoed of wat dan ook. Het is een spel met geliefden, maar het bereid een kind voor op de toekomst, waarin het de vaardigheden nodig heeft voor de echte strijd met vreemden. Ik was vroeger de slijmbal (beugel), mijn broer de flapoor (ja, hele grote!) en mijn zus de schele (ook nog toen ze al geopereerd was). We scholden elkaar uit, we sloegen op elkaar in en we treiterden elkaar, maar als iemand anders mijn zus schele noemde, dat ramde ik erop. Dat ging te ver! Wat Jupiter vermag... Buitenshuis waren wij één front.
   In Amerika maaide een volwassen man ooit zijn hele familie neer. Later werd bekend, dat het in die familie uit den boze was om ruzie te maken of boos te zijn op elkaar. Alles moest in vrede worden opgelost. Een onvertogen woord was er niet bij. Zijn opgekropte woede leidde uiteindelijk tot de massamoord  (uit: Inleiding in de kinder- en jeugdpsychiatrie). Maar in een ander geval had het ook tot zelfmoord kunnen leiden. Met het gevoel, dat de slechte wereld het op 'mij' heeft voorzien, zal de eenzaamheid enorm zijn. Een kind dat uit een (te) liefdevol nest komt zal moeilijk kunnen omgaan met kritiek of pesterij en een overgevoeligheid tonen. Hier vanuit gaande zou het voorkomen van de zelfmoord van een kind niet moeten liggen bij het aanpakken van het pesten, maar juist bij het weerbaar maken van kinderen, die daar last van hebben. Ook is het wenselijk om een onderzoek te starten naar de situatie van kinderen, die worden gepest. Hoeveel andere kinderen zijn er in het gezin? Zijn de ouders overbezorgd? Laten de ouders de kinderen genoeg vrijheid voor zelfontplooiing of trachten zij het kind zoveel mogelijk te isoleren van de huidige ('verdorven') maatschappij?
   Nog even terug naar mijn vader. Ook hij was enig kind en werd gepest. Hij was een einzelganger, een boekenwurm en las al kranten toen hij vijf jaar was. Hij werd directeur van een bureau, maar als er problemen waren, dan kreeg hij last van zijn maag en bleef in bed. Mijn moeder had het altijd direct door en belde dan naar 'Jacobs' (adjunct) en vroeg wat de problemen waren. Als volwassene werd mijn vader gezien als een interessante aardige man, behalve thuis. Daar durfde hij zijn scepter te laten zwaaien.
   Ik zie een meisje voor me, alleen op een lege vlakte. Ik voel haar eenzaamheid en haar angst om terug te keren naar de bewoonde wereld, waarin mensen naar haar schreeuwen. Ze heeft niets om mee terug te slaan, denkt ze, want ze heeft nooit geleerd hoe ze alle losse flodders in haar hoofd moet samenvoegen tot een machtig wapen. Dat is zo ontzettend zonde.

12.12.12

Grote Raaskallers


De schrik van Italië, Berlusconi, wil weer premier worden. Dat lag voor de hand: parlementaire onschendbaarheid en macht, iedereen weet dat Berlusconi de wet naar zijn hand zet. Meer woorden hoeven we aan de man niet te wijden, want deze zijn genoeg om duidelijk te maken, dat hij niets met een bevolking heeft en dat het wel en wee van Italië hem een parmaham zal zijn.
   Als Berlusconi zijn er nog velen op deze aarde, groot en klein. Het is spijtig dat ook in democratieën dergelijke mensen kansen krijgen. Dat is te wijten aan de mooie praatjes, hun charismatische uitstraling en de domheid van de kiezer om daar in te trappen. Daarbij stemmen vrouwen regelmatig op een 'mooie man' en mannen op hun lichtend voorbeeld met macht, geld en lef (in Nederland dus onmogelijk).
   Kranten smullen van mensen als Berlusconi. De ene na de andere uitspraak wordt vanwege zijn onzinnigheid of grofheid breed uitgemeten op het papier. Mensen als Berlusconi worden zo vaak geciteerd, dat zij bijna geen verkiezingscampagne meer nodig hebben. Dat doen de media gratis, want wat is er smakelijker dan een schandaal of leedvermaak? Wat bedoelt is als een schandpaal, mondt uit in pure reclame, want veel kiezers kunnen (zeker als het gaat om bijvoorbeeld economische opvattingen) niet bepalen wat zin of onzin is. En wat is de beste reclame? Naamsbekendheid. Blijf herhalen, blijf herhalen.
   Uit mijn kindertijd, toch al weer erg lang geleden, kan ik me merken herinneren als GREENSPOT (zonder prik) en BERDY: Nappa en suède kleding: Berdýýý...Berdýýý! En dan het dagelijkse: Het is één uur, dit is de radio nieuwsdienst, verzorgd door het ANP. Ik heb een waardeloos geheugen, maar alles wat werd herhaald, zit er nog prima in. En eh: Dat is snel! Ja, je weet het al: OVERTOOM, maar dat is van iets later. Wast door en door schoon? Juist, OMO.
   Terrorisme wordt maar door één ding gevoed: reclame. Als ergens een bom ontploft, komt het breeduit in de media. Als niemand erover zou berichten, zou geen enkele terroristische daad zin hebben, zeker niet als de opeiser ervan niet wordt genoemd. Moeten we dus de media wat dat betreft maar aan banden leggen? Misschien wel. Maar kan dat ook met politici als Berlusconi? Misschien wel. Media hebben formeel de plicht volledig te informeren en zullen dus ook politieke partijen gelijke kansen moeten bieden, maar je kan je afvragen, of dat ook gebeurt. De Telegraaf is een mooi voorbeeld van een dusdanige kleuring, dat je niet meer van objectiviteit kunt spreken. Kortom, ik raad de Italiaanse pers aan Berlusconi vooral dood te zwijgen.

 

   Nog een goede reden om dat te doen is wel, dat de man niets anders oplevert dan stomme verbazing. Dat geldt voor veel figuren in de wereld. Mensen die raaskallen kennen we allemaal. We laten ze doorgaans raaskallen en halen onze schouders op, maar zodra deze figuren zich op hoger niveau in onze samenleving bewegen, dan lijken we ze serieus te nemen en worden ze geciteerd in de krant. Laatst zei iemand: Ik eet geen groente, want ik wil afvallen. Kijk naar planteneters, die zijn allemaal dik: koeien, olifanten! De man houdt niet van groenvoer en had zijn argument gevonden. Misschien kan Diederik Stapel er nog iets mee, maar het lijkt me verder niet het vermelden in een krant waard. Doe je dat wel, dan zijn er ongetwijfeld mensen te vinden, die koeien en olifanten ook dik vinden en dus hun groente voortaan laten staan. Dat zijn die domme kiezers. Voor de idiotie van Berlusconi geldt hetzelfde, maar dat wordt wel gepubliceerd en dus krijgt hij ook kiezers, domme kiezers.


   Nog een laatste voorbeeld van hoe de media de kiezer kunnen beïnvloeden: de prognoses voor de laatste verkiezingen. In de laatste twee weken donderde de SP naar beneden, donderde GL verder naar beneden en steeg de PvdA boven verwachting. Dat had niets meer te maken met de programma's, maar alles met strategisch stemmen: zoveel mogelijk stemmen op de grootste partij aan de linkerkant, om maar vooral niet Rutte weer als premier te krijgen. Het resultaat van die strategie is inmiddels bekend. En een heel kwalijk gevolg: de kleinere partijen (hoe belangrijk eerst ook), worden amper nog geciteerd. De media bepalen, wat u hoort en wie in het voetlicht komen te staan. Van objectiviteit is dus geen sprake, alleen van het recht van de sterkste. Zij maken en breken. In geval Berlusconi raad ik aan: breken.

De stank van petroleum


In 1988 organiseerde ik voor PLAN een workshop voor social workers uit allerlei werkgebieden van die organisatie. Een bonte verzameling mensen kwam de dagen daarvoor aan op Schiphol. Het was oktober en naar herfstig. Mijn zus leende haar winterjas uit aan een Senegalese en stuurde anderen naar de Hema voor warme kleding. Ik had haar hulp ingeroepen, omdat ik handen tekort kwam. Sommigen arriveerden op teenslippers.
    Met een klein busje haalden we de gasten op van Schiphol. Als ik reed waren veel mannen bang. Een vrouw achter het stuur was voor hen onbestaanbaar. Andere gasten keken hun ogen uit naar de groene akkers en vroegen me, wat voor gewassen het waren. Ik kon in die tijd geen aardappel van spinazie onderscheiden, maar omdat alles zo groen was noemde ik het andijvie, in de hoop dat niemand wist wat dat was. 
   "Ohh...so much andijvie in Holland. You only eat andijvie?".
   "Yes, we love andijvie!"
Toch waren de meeste gasten met stomheid geslagen. De cultureshock was te groot. Velen van hen waren nog nooit verder geweest dan de dorpen, waarin zij werkten. Een vrouw had op de derde dag al enorme heimwee en moest met de liefde van alle andere vrouwen de rest van de week doorworstelen.


   Een week lang zaten die veertig social workers in hotel Hoogland in Zandvoort. Zandvoort zal ze nooit vergeten, zoals bijvoorbeeld het 'familierestaurant', waar de Indiaërs de heetste sauzen lieten aanrukken om hun patatten en schnitzel op smaak te brengen. Maar ook de 'invasie Hema' was het gesprek van de dag. Op een zonnige koude zondag liep ik met de kinderwagen over de boulevard en hoorde voor mij een stel zeggen: "Volgens mij kwamen ze uit alle windstreken! Zo uit de compound overgevlogen. Maf gezicht, man, al die klappertandende buitenlanders. Ze stonden in een rij bij de kassa, allemaal met winterkleding."
   Meneer Shanmugam en meneer Shukla kwamen uit India. Shanmugam stonk naar petroleum en uitgerekend hij had voortdurend wat te klagen, waardoor ik maar niet van die lucht afkwam. Hij was altijd goed te vinden, want iedereen hield minstens anderhalve meter afstand tot de man. Shanmugam en Shukla bleken elkaar niet van eerder te kennen. Ik had ze ingedeeld in dezelfde kamer, maar dat was een fout. Shukla weigerde een kamer met hem te delen en ik begreep niet waarom. Iedereen moest een kamer met een ander delen. Shukla probeerde iets duidelijk te maken, maar het ontging me volkomen. 
   "He is not like me, different." zei hij.
Dat geldt meestal voor mensen, vond ik zelf. Maar Shukla was niet van zijn stuk te brengen en uiteindelijk kwam het grote woord er via een klein gebaar uit. Hij tikte op zijn hand. Tsja, een hetero bij een homo, dat ging voor deze veel jongere Indiaër echt te ver, dat begreep ik wel. Met pijn en moeite vonden we nog ergens een klein kamertje.
   Pas tegen het einde van de week wist ik waarom Shanmugam zo stonk: arme Indiaërs maken (maakten?) hun haar zwart met schoensmeer, vertelde iemand me. Ik zal de man nooit vergeten. Hij liet ons weten, dat zijn voorletter op de namenlijst niet klopte. Voordat we de certificaten maakten, wilden we weten wat de goede dan was en vroegen we hem ernaar.
   "Can you give us your correct initial?"
   "Why?" zei hij.
   "Y?" vroegen we.
   "Yes, why?" zei hij weer.
   "So your initial is Y?" vroegen wij nog eens om er echt zeker van te zijn.
   "Yes, why?" zei hij nogmaals.
   "Oké, thank you!"
Zo is het gekomen, dat zijn certificaat dus onjuist was, wat hij ook direct met een zeurderig geluid liet weten.
   Telkens als Berlusconi in het nieuws is, moet ik weer aan Shanmugam denken. Dat is vanwege dat geverfde haar, dat zo kleverig naar achteren is gekamd. Ook Berlusconi stinkt, maar dan naar machtswellust en corruptie. Dat is bij mij de stank van petroleum.

7.12.12

Stapel, Verdaas en mijn master liar


Ik heb een ontzettende hekel aan leugenaars. Tien jaar van mijn leven en misschien wel langer, want dat weet je dus nooit zeker met leugenaars, werd door die ellendelingen vergeven. Want behalve met de opper leugenaar krijg je ook te maken met rand leugenaars. Dat zijn de goede getuigen, die alle leugens in stand houden. Daarvan zit deze wereld vol. Meestal liegen ze in eigen kring ook een eind in de rondte, maar dat is niet mijn probleem. Mijn opper leugenaar zal ongetwijfeld in een andere omgeving weer degraderen tot rand leugenaar. Kortom, rand of opper, het maakt geen verschil. Eén pot nat.
   Mijn opper leugenaar had twee vrouwen en bij die tweede was hij ook opper leugenaar, dus wat dat betreft zijn er nog wel gradaties. Master liar? Tegenwoordig moet toch alles in het engels en zo krijgt hij het gewicht dat hem toekomt.
   Master liar Diederik Stapel heeft een boek geschreven. Hij is op zoek gegaan naar zichzelf en dat moet heel Nederland weten. Want leugenaars zijn, pas als ze worden betrapt natuurlijk, heel zielig. Ineens vragen ze zich af, waarom ze toch zo ontzettend hebben gelogen en moeten dan een verklaring vinden. Bij Diederik was het vooral eenzaamheid, las ik in de Groene. Het zal me een worst wezen wat het was. Ik ga dat boek ook niet lezen, want ik gun hem geen dubbeltje van de opbrengst.
   Mijn master liar werd uiteraard ook geconfronteerd met zijn verhalen en in het begin hing hij een onsamenhangend verhaal op over falen en zo, en natuurlijk werden daar een paar frustraties bij gehaald en onzekerheid en andere niet te achterhalen ellende. Als ik er wel een touw aan vast had kunnen knopen, dan was ik waarschijnlijk hard gaan lachen. Minder lachwekkend was, dat hij daarna nog een jaar of vijf verder ging met liegen en hij dus kennelijk helemaal niets had geleerd van deze ontboezemingen. Dat zal voor Stapel ook wel gelden, want ik heb geen enkele fiducie in de genezingskansen voor leugenaars.
   Co Verdaas (ik moest het even opzoeken hoor) is ook een uit vals hout gesneden mens. Een blauwe maandag staatssecretaris en hij mag al weer vertrekken wegens leugens en valse declaraties. Voor zijn benoeming wist de man iedereen op de mouw te spelden, dat de 'affaire' was afgedaan. Maar niet dus. Oké, ik geef toe dat Samsom en Rutte ook beter hadden moeten kijken, maar in eerste instantie is toch de leugenaar zelf verantwoordelijk. En verkijk je niet op leugenaars! Die zijn zo ontzettend gewiekst, dat je ze snel geloofd. Als je naderhand terug kijkt op de situatie en hun argumenten onder de loupe neemt, dan voel je je een korreltje zand. Hun overtuigingskracht is zo enorm en hun fantasie is zo rijk, dat je altijd met je mond vol tanden staat.
   Dankzij mijn master liar heb ik me ooit erg verdiept in leugenaars, wat hen bezielt en wat voor zware zaken eraan ten grondslag liggen. De notoire leugenaar kan zich niet binden en heeft vaak op jonge leeftijd de moeder verloren of het contact met haar is verbroken. Het gaat te ver om van deze blog een psychologische artikel te maken, maar in het kort komt het er op neer, dat het ontbreken van die moeder vergelijkbaar is met verwaarlozing en daaruit volgt dan dus die bindingsangst. Voor de hand liggend: je houdt zielsveel van iemand en die valt weg, en dat kan de volgende keer ook gebeuren. Dan pas je er wel voor om van iemand te houden. Dat gebeurt allemaal in het onderbewustzijn, want de liar denkt veel van iemand te houden. De mannen onder hen willen vooral seks, de knuffel slaan ze over. Sorry, met vrouwen heb ik geen ervaring. Ze houden vooral van zichzelf en kunnen zich totaal niet verplaatsen in de gevoelens van een ander. Dat maakt liegen heel makkelijk. Mijn liar vond mijn hopeloze huilbui over het bestaan van zijn acht maanden oude buitenechtelijke dochter 'een theater'.


   Meestal zijn dit soort leugenaars heel geliefd, innemend. Zij kunnen goed met mensen overweg (buiten hun privé sfeer) en zijn behulpzaam. Je moet ze alleen niet beter leren kennen. Ja, het is een zielig verhaal, dat van die verwaarlozing, maar helaas zijn de leugenaars het er meestal niet mee eens. Dat zou betekenen, dat je ergens in je leven schade hebt opgelopen en dat je je moet verdiepen in jezelf. Dat doet de leugenaar niet. Hij legt de fout resoluut bij de ander, is slachtoffer van de mensen om hem heen, die hem niet begrijpen. Een vrouw neemt bijvoorbeeld afstand, omdat ze de warmte mist. Als slachtoffer zoek je dan een andere vrouw, ernaast, want je gooit nooit oude schoenen weg. Bovendien, als slachtoffer kan je natuurlijk niet de slechte echtgenoot zijn, die zijn gezin in de steek laat. Je maakt het zo bont, dat de vrouw uiteindelijk tot die beslissing wordt gedwongen. Deze logica is ook toe te passen op Stapel en Verdaas. De geslagen honden.
   Stapel gaat, voor zover ik begreep uit de Groene, in zijn boek te rade bij zichzelf, maar stelt zich op als slachtoffer van zijn gevoelens en belicht geen enkele dieper liggende oorzaak. In feite legt hij de fout buiten zichzelf. Eenzaamheid is namelijk iets, dat je niet jezelf, maar dat anderen jou aandoen. Verdaas is inmiddels ook slachtoffer van het systeem: hij concludeert dat hij moet aftreden (vrijwillig of gedwongen?). Hij zegt daarmee eigenlijk "ik neem de verantwoordelijkheid, zie mij eens verstandig zijn, maar ik ben het er niet mee eens!" Waarom het laatste? Als hij zich werkelijk schuldig voelde, was hij nooit staatssecretaris geworden.
   In mijn eigen leugenaar kon ik alles terugvinden van leugenaars in het algemeen. Dat ligt voor de hand als iemand het master niveau bereikt. Natuurlijk heb ik hem vertelt, hoe de vork in de steel zat. Ik vond mezelf aardig, omdat ik na alle ellende nog begrip voor zijn rottige houding had ook. Met alle kinderen die hij inmiddels op de wereld heeft gezet, leek het me ook wel handig als hij meer inzicht in zichzelf kreeg. Nou, bespaar jezelf de moeite. Een leugenaar van enig kaliber is er helemaal niet op uit om zichzelf te verbeteren of te veranderen. Het is zijn verdedigingsmechanisme en dat laat hij niet los. Alle argumenten, die hebben geleid tot liegen, liggen naar zijn mening buiten hem zelf. Bij al die mensen, van wie hij denkt te houden, maar van wie hij niet houden kan. Van wie hij de gevoelens niet eens begrijpt. Als hij de kans krijgt, zal hij naar het buitenland verhuizen. Dat wil hij al heel lang, maar ik hield hem tegen omdat we een gehandicapte dochter hebben. Met mij heeft hij nu niets meer te maken. Met haar kennelijk ook niet? En bovendien adviseert hij mij dezelfde vrijheid te nemen. Ga je dromen achterna. Nee, dat doe ik niet want dan ben ik schuldig. Ik ben geen Verdaas en geen Stapel en wens het ook nooit te worden.

la bocca della verità  

3.12.12

Heropvoeden voor een succesvol leven


Rene Diekstra vraagt zich in het IJC van vanochtend af, wanneer iemand zijn leven kan beschouwen als een succes. Hij vertelt over een Amerikaans stel, dat voortdurend de hele wereld afreist. De vrouw komt tijdens een gesprek tot de conclusie dat dat erg leuk is, maar vindt het ook egocentrisch. "Dus dat is de zin van ons leven...dat we zoveel mogelijk genieten?" vraagt ze haar man. "Als ik over tien jaar dood ga, kunnen ze op mijn graf zetten 'Ze ging wel tien keer de wereld rond'." De slotconclusie van het gesprek, diep in de nacht, is dat een leven succesvol voelt als je durft te doen waar je altijd van droomt.
   Onze maatschappij kent die dromers in allerlei vormen. De zondagsschilder, die hard werkt maar nooit beroemd zal worden bijvoorbeeld. Of de schrijver, die blijft leuren met een manuscript en de handelaar, die denkt van elke 'partij' rijk te worden, maar altijd met de boel blijft zitten. Dromen doen we allemaal, maar of Diekstra gelijk heeft, dat het uitvoeren van een droom tot een succes gevoel leidt, dat betwijfel ik. Ik wilde saxofoon spelen, ik schrijf en ik schilder, ik voer mijn dromen uit, maar in de marge van de matigheid voel ik me echt niet succesvol.
   Natuurlijk zijn er mensen, die er alles voor over hebben om succesvol te worden. Hun succes is in eerste instantie rijkdom, want met geld kom je een stuk verder in het leven. Ik dacht vroeger, dat vooral een goede opleiding en de daarmee samenhangende goed baan hiervoor de voorwaarden waren en daarnaast kon je natuurlijk een bank beroven. Tegenwoordig weet ik beter. Om werkelijk succesvol in je leven te zijn (lees: rijk te zijn), moet je ofwel oliedom zijn en als voetballer over een veld hollen of als acteur voortdurend meedoen aan stompzinnige spelletjes op de tv. De enige andere overgebleven optie is toch criminaliteit.


   De tegenwoordige bankrover zit achter zijn bureau en 'Bank' kan van alles inhouden: de overheid, banken, instellingen, stichtingen, noem maar op. Het maakt niet uit, als er maar geld in omloop is. Waar dat geld voor bedoeld is, maakt ook niet uit: de zorg, het onderwijs, de man op de werkvloer, de spaarder, een goed doel...met een beetje inventiviteit kan iedere transactie onder die noemers worden geschaard en kraait er geen haan naar de besteding. Ach jawel, maar dan pas als een klokkenluider of de pers zich ernstig afvragen, of die besteding wel voldoet aan het doel waarvoor het werd ontvangen.
   Amarantis is zo'n voorbeeld. Bestuurders en adviseurs doen of deden aan zelfverrijking. Het is niet de eerste keer, dat zo'n bericht ons bereikt en het zal ook niet de laatste keer zijn. Er zijn namelijk tal van mensen op de wereld, die met veel handigheid weten hoe zij zich kunnen verrijken met geld, dat niet voor hen is bestemd. Het is heel simpel: bazen en bestuurders maken de dienst uit en doen dus dat, wat voor henzelf het gunstigste is. Als de bom barst, dan hebben zij hun schaapjes al op het droge en de instelling of het bedrijf waarvoor zij werken gaat failliet of moet met noodhulp trachten te overleven. En het leven gaat gewoon verder.
   Er zijn twee soorten mensen met verschillende maatstaven. De ene soort meet zijn succes af aan de hoeveelheid geld die hij heeft vergaard en het leven, dat hij daardoor kan leiden. Bij die soort horen domme mensen met geld, zoals voetballers en hun vrouwen, maar ook de directeuren en bestuurders, die graaiend rijk worden. Hun huis, auto, kleding en levensstijl moet ons laten zien, hoe goed ze het gedaan hebben. Zij steken ogen uit en zijn daardoor het lichtend voorbeeld voor succes. Persoonlijk succes, rijkdom, dat wat iedereen zo graag wil.

Heropvoedingsklas 4a, 2013

   De andere soort meet zijn succes af aan wat hij voor zijn medemens betekent, ongeacht de grootte van zijn beurs en zonder oog voor aanzien. Hij blijft dicht bij zichzelf en je zal hem ongemerkt voorbij lopen, als je niet weet wat hij allemaal doet. Zonder kapsones, zou een Amsterdammer zeggen.
   Oskar Schindler was een succesvolle industrieel, die zich met hauptsturmführer Amon Göth stortte in de gevaarlijke actie om joden onder andere te redden van transport naar vernietigingskampen. Met gevaar voor eigen leven, maar dat is tegenwoordig niet meer nodig. Een sociaal mens hoeft zijn leven niet meer in de waagschaal te stellen om goed te doen en al helemaal niet, om eerlijk te zijn. Het enige wat hij moet, is niet alleen aan zichzelf denken. Maar mensen zijn verdomd egocentrisch, dat zie ik telkens weer. Dat varieert van 'not in my backyard' tot schandalige hebzucht en pure diefstal.
   Vreemd genoeg blijft de gemiddelde Nederlander zich doodstaren op rijkdom en tracht met de aanschaf van merkartikelen of goedkope neppers zichzelf een status aan te meten, die zij niet hebben, noch bij hen past. Met een Prada tas winkelen in de Lange Nieuw in IJmuiden is een lachertje, of die nou echt is of nep, maar dat dringt niet door.


   Pronken met bezit hoort bij leeghoofden, zoals de pauw pronkt met zijn veren. En nee, die leeghoofden zitten absoluut niet allemaal aan de onderkant van de samenleving, ze zijn rijkelijk vertegenwoordigd in de top. Dure huizen, dure reizen, dure auto's, kunstverzamelingen. Sommige graaiers gaan voor een museum (Scheringa. Hij zat afgelopen vrijdag trouwens gratis te eten bij Telstar. Zou het niet goed gaan?).


   Maar ik dwaal af. De Nederlander is naar mijn mening aan opvoeding toe. We hebben sinds de oorlog allemaal redelijk wat onderwijs genoten en zijn daarmee redelijk in staat om onszelf te verzorgen. Dat heeft geresulteerd in een volkje, dat alleen nog uit is op eigen welstand en dat door de ontzuiling en het verdwijnen van respect en inlevingsvermogen nog enkel is gericht op zichzelf, de uitzondering daargelaten. Maar weinigen lijken nog te weten, hoe fijn het is om te geven of om goed te doen.
   Als ik een oordeel moet geven over het succes van mijn leven tot nu toe, dan kom ik niet uit bij de vraag, of ik mijn dromen heb waargemaakt. De grootste droom die ik had, was een liefdevol leven en daarin had ik niet als enige de zeggenschap. Die liefde krijg ik van mijn kinderen, van mijn man en van vrienden en ik wil geen oordeel vellen over het feit, of ik die liefde waard ben. Dat mogen zij doen. Ik kan slechts oordelen over mijn houding naar mensen toe in tijden dat het ze niet goed gaat. Dan help ik als het kan graag, financieel of anders. Ik hoop altijd nog eens de staatsloterij te winnen, omdat het me zo leuk zou lijken om veel geld weg te geven aan mensen die moeilijk zitten. Omdat ik niet zou weten, waarom ik daar alleen van zou moeten genieten. Als ik redelijk kan wonen, eten en een keer per jaar een vakantie heb, is het prima.


   Met de politiek kwam er een ander aspect naar boven. Ik heb het gevoel iets zinnigs (waarover natuurlijk gediscussieerd kan worden) te doen voor de maatschappij. Vroeger, toen ik werkte voor Plan, voelde het goed om bezig te zijn met een goed doel, met ontwikkelingssamenwerking. Nu probeer ik de kiezers op GroenLinks zo goed mogelijk te vertegenwoordigen in de raad. Maar ook hier geldt, dat ik het oordeel van die kiezers daarover zal zien in maart 2014.
   Ik kan maar tot een conclusie komen als het gaat om een succesvol leven: Wat is je bijdrage geweest aan de maatschappij?