Mijn verhouding met Westerman was een goede. Toen ik hem leerde kennen deed hij me direct aan mijn vader denken, met als enige verschil, dat de man gezelliger was. Wim vertelde veel, weet ook veel. Dat boeide me. Ik houd van mensen die kennis spuien, verhalen vertellen. Meestal ouderen, die kunnen putten uit een lang leven vol ervaringen.
Al snel was Wim voor mij onderdeel van mijn leven. De aimabele man was op ons trouwen, niet alleen bij de ceremonie, maar daarna ook bij de intiemere BBQ in onze achtertuin. Op verjaardagen nodigden wij hem altijd uit en verder kwam hij minimaal eens in de twee weken na een raad of vergadering nog een wijntje drinken. De verhalen werden wat minder interessant, omdat hij veel herhaalde. Ook verschilden we vaak van mening. Mijn politieke ideeën waaide hij vaak weg als zinloos of als onuitvoerbaar. Ernst ging daar vaak in mee. Mijn enthousiasme werd regelmatig in de kiem gesmoord, terecht of onterecht. Ruzie ontstond er ook, maar dan altijd tussen Ernst en mij. Ernst verweet me, dat ik hem geen gelegenheid gaf iets te zeggen. Ik beweerde daarop altijd, dat hij als politicus in staat moet zijn om te interrumperen, fel te kunnen debatteren, maar daar is Ernst de persoon niet naar. En dan moet ik toegeven, dat ik met een paar glazen wijn op wel erg door kan draven. Toch voelde ik me na weer eens zo'n verwijt van Ernst gekleineerd. Het is de reden, dat ik gister heb besloten, dat ik niet meer in dezelfde politieke partij met hem wil zitten. Ik had het gevoel altijd iets fout te doen en bovendien voelde ik, dat Ernst mij anders behandelde dan andere fractieleden, vaak snauwend, respectloos. Misschien de reden, dat Wim nu alleen mij door het slijk haalt en hem niet.
Maar toch, iedere keer zaten we weer met z'n drieën de avond door te spreken. Wim had altijd veel kritiek op het doen en laten van anderen in de raad en het college. We lieten dat voor wat het was. Hij was nou eenmaal fel gebrand op de oppositiepartijen en meestal ging het dan niet om inhoud, maar om personen. Op mij had hij niet vaak kritiek, maar ik kreeg nooit een pluim voor iets wat ik wel goed deed. Als ik het merendeel van een algemene beschouwing had geschreven, dan stapte hij op Ernst af en complimenteerde hem. Ik bestond niet. Ook dat liet ik maar voor wat het was. Dat ik Ernst als fractielid bijstond en dat ik mede verantwoordelijk was voor de politiek die wij bedreven, dat ontging hem volkomen. Het complimenteren van een vrouw is Westerman teveel van het goede.
In het laatste jaar van onze samenwerking begonnen dossiers te knagen. Het Witte Theater bijvoorbeeld en het Pieter Vermeulen Museum. We begrepen elkaar steeds minder. Waarom een Kust Informatie Centrum nastreven in tijden, dat nergens investeringsgeld te vinden is? En waarom een uitbater zoeken voor het Witte Theater alleen in Velsen: Ron Mellis, die voor 1 euro per maand het theater wel wilde huren. Ja, zo kan ik ook ondernemertje spelen. Maar Wim wist alles zo te brengen, dat we er telkens van overtuigd waren, dat witte rook zich snel zou laten zien. Pas medio 2013 werd duidelijk, dat witte rook zich weliswaar vaak boven Tata laat zien, maar dat die niets te maken had met het KIC en ook niet met een uitbater voor het WTh. We voelden ons redelijk genaaid, maar wat moet je in een coalitie? Wat kan je in een coalitie? En had de man daadwerkelijk zijn uiterste best gedaan om fraaie resultaten te boeken? Het is moeilijk, om een aimabele man op je eigen bank stevig aan te pakken. Bovendien, hem uithoren over zijn voortgang leverde altijd hele positieve info op.
Wij wilden hem weer als wethouder, zouden de verkiezingsuitslagen van 2014 dat toestaan. We wilden hem niet als raadslid, want dat zou terug naar af zijn. Dan zou de politiek van GL zich weer toespitsen op personen in plaats van onderwerpen, zoals in 2010, toen GL als enige tegen de motie van de LGV stemde om de BTW op verbouwingen van hoog naar laag te wijzigen. Een motie van Velsen Lokaal of LGV was bij voorbaat niet te steunen, volgens Wim.
De wens van GroenLinks was bepaald: stabiliteit en continuïteit. Wim eventueel dus nog wethouder, maar dan voor een jaar of twee. Een warme overdracht. Hij was het daar geheel mee eens. Vond ook, dat hij oud werd en vergeetachtig. Telkens als hij weer 'naar zijn eigen dorp' ging, na dat wijntje hier op de bank, dan zei hij 'Ik weet niet of het verstandig is om door te gaan. Wat moeten jullie met zo'n oude man?' En wij antwoordden natuurlijk het logische: 'Ach, je komt nog goed mee!' Vervolgens een omhelzing bij de deur (ik liet hem altijd uit) en daar ging hij, in zijn kleine wagentje.
Toen vier wethouders aangaven lijsttrekker te worden, kon Wim niet achterblijven. Ineens wilde hij het hele politieke spel naar zich toetrekken. Ook hij moest de debatten voeren, hij moest ook nummer 1 zijn. Dat strookte niet met de eerdere afspraken en omdat Ernst al met vlag en wimpel als lijsttrekker in de papieren werd genoemd, moest Wim een truc uithalen om hem te verstoten. Dat kon hij alleen, door plotseling met heel veel vuil aan te komen. Vuil dat een paar leden van GL niet konden controleren, dat het provinciale en het landelijke bestuur niet konden beamen of ontkennen en het lokale bestuur gezien haar lage kaliber al helemaal niet. Als wethouder, nestor van GL Velsen, had hij de gelovers aan zijn kant. Het bestuur koos eieren voor haar geld. Ze sloten zich aan bij de machtigste schakel. Bovendien hadden wij kritiek op het bestuur en dat mag je niet hebben. Dan beledig je. Wij namen geen genoegen met 'Jammer dat je er zo over denkt'. Zo'n bestuur is samengesteld uit mensen die 'graag willen' (dat zijn er niet veel), niet op hun denkvermogen of kennis van zaken. Ze hebben een hamertje in handen en daar houdt het mee op. Een bestuurslid zei: 'Ik distantieerde me ervan want ik had geen zin in ruzie'.
Wim Westerman ontpopte zich plotseling, van de ene op de andere dag, van een huisvriend in een geduchte vijand. Alle gezellige samenkomsten was hij accuut vergeten, alle lof die hij Ernst ooit had gegeven bleek waanzin te zijn geweest. De waardevolle reeks boeken, die hij enkele maanden eerder van mij kreeg, een erfenis van mijn vader, gingen waarschijnlijk in ergernis de vuilnisbak in. Wim had besloten dat, indien hij lijsttrekker wilde worden, hij ons door het slijk zou moeten halen. En GroenLinks, lokaal bestuur, provinciaal bestuur, landelijk bestuur, ja zelfs Tof Thissen, geloofden hem, want hij heeft immers Dr. Dr. voor zijn naam staan en is wethouder en nog veel meer. Dus dan trek je automatisch aan het langste end.
Ernst en ik waren perplex. Ik begon mijn blog 'de Rat' al met de vraag, of u zoiets ook wel eens heeft meegemaakt: zo'n vriend die ineens vijand wordt en dat je niet weet wat je overkomt. Wij wisten niet, wat ons overkwam. We waren zo uit het veld geslagen, dat we ook niet wisten hoe we moesten reageren. Op welke zaken we bezwaar konden aantekenen. Geen enkel statuut bood uitkomst en vonden we wel een regel die geschonden was, dan werd deze genegeerd. We haalden hogere GLers erbij, maar allen waren krachtloos, eigenlijk ongeïnteresseerd. Ze lieten het water gaan, waar het heen liep. Ze lieten ons stikken. Waren we geen echtpaar geweest, dan was het wellicht anders gelopen. Misschien had dan nog iemand ons serieus genomen. Vragen, bezwaren, klachten... we kregen nergens antwoord op. We werden doodgezwegen. Tof Thissen heeft een kort gesprek met ons en met Westerman gehad en kwam tot de conclusie, dat het helemaal volgens de regels is, dat mensen in een schorsing van een algemene ledenvergadering zich als kandidaat aanmelden en zich dan in het tweede deel van de vergadering kandideren voor een verkiesbare plaats. Niemand zei iets: Ruud Grondel niet, Onno van Ulzen niet, het bestuur niet. En wij waren zo uit het veld geslagen, dat we ons terugtrokken als kandidaat. Hier wilden we niet aan meedoen.
Onze huisvriend was ineens onze beul geworden. Nu konden wij ook onze kritiek op hem kwijt. Op zijn persoon, maar ook op zijn falen als wethouder. Want waar was al die witte rook nou toch, die hij ons steeds beloofde? Hij had zich vergalloppeerd in mega projecten, die hij niet kon waarmaken. Getuige daarvan was een ton, die hij de raad vroeg vrij te geven, om naar investeerders op zoek te gaan voor het KIC. Onze kritiek op zijn persoon lag voor de hand. Niemand laat zich afbreken en tot pulver vermorzelen door een huisvriend. Het ging te ver om van ons te verwachten, dat wij ons gelaten lieten afmaken. Hier had een mens al zijn slechtheid, narcisme en vuiligheid geopenbaard. Een man, die wij dachten te kunnen vertrouwen.
Behalve Wim speelde ook Iskandar Sitompul dezelfde verdorven rol. Van huisvrienden werden hij en zijn vrouw ook ineens vijanden, omdat ik mij niet kon vinden in de begroting en het ondernemersplan, dat zij voor ons bedrijfje 'Leono Koko' had opgesteld. Sitompul, nooit geïnteresseerd in de politiek ('Is niets voor mij, ik houd niet van vergaderen'), zag na zijn werkloosheid ineens geld liggen: het raadslidmaatschap. De verkiezingsuitslag maakt dat gelukkig niet mogelijk.
Ik heb veel misleiding en leugens meegemaakt in mijn leven. Mijn ex presteerde het om er een dubbelleven op na te houden, mijn broer was alleen aardig als ik hem geld leende, Wim was alleen aardig zolang wij hem op nummer 1 plaatsten, de Sitompuls waren alleen aardig als je het in alles met hen eens was. Mijn dochter zei een week geleden: 'Mam, je hebt met je ziektes voor hetere vuren gestaan en zelfs daar heb je je doorheen geslagen.' Ze heeft gelijk, maar een ziekte is iets waar niemand verantwoordelijk voor is. Het overkomt je en je kan niet meer doen dan hopen, dat je het overleeft. Het is een onvermijdelijke weg die je moet volgen, een waar niemand schuld aan heeft. Met valse mensen is dat anders. Deze schaden je bewust, zijn niet geïnteresseerd in jouw situatie, wel en wee. Zij zijn egocentrisch, egoïstisch, narcistisch. Ze laten je vallen als een baksteen om er zelf beter van te worden. Het is een oermechanisme, onderontwikkeld zou je kunnen zeggen, niet geciviliseerd. Het recht van de sterkste, waarvan Marthin Luther Quist vandaag op facebook schreef: 'Het recht van de sterkste is het grootste onrecht'.
Wij zijn afgezwakt tot de bedelstaf, ik word door het slijk gehaald met leugens, openbaar, in een politieke vergadering, niet op inhoud maar op mijn 'fysieke dreigementen tijdens vergaderingen', alsof ik fractieleden in hun gezicht mepte, en ik schijn in een peuterstadium te zijn blijven hangen. Wim wist hoe moeilijk wij het al hadden, door de werkloosheid van Ernst en de narigheid, dat hij al 57 is. Wij leenden eens wat geld van hem. Wim wist, dat ik een andere baan niet zou kunnen aannemen, omdat mijn fysieke situatie daarvoor te zwak is. Wim wist, dat ik dolgelukkig was met mijn raadswerk, omdat ik na 20 jaar zorg voor kinderen en voor mezelf, een ex die me liet verrotten in huis, eindelijk weer deel kon nemen aan de maatschappij. Eindelijk weer een normaal mens kon zijn, met werk dat ik net aan aankon. Wim wist, dat de landelijke tendens debet zou zijn aan de verkiezingsuitslag voor GroenLinks in Velsen. Nietemin heeft hij er bewust voor gekozen om ons over de afgrond te donderen. Hij moest nummer 1 zijn, coûte que coûte, omdat zijn ego belangrijker was dan het wel en wee van een paar collega-vrienden, die hem altijd met open armen ontvingen. 'In return' kreeg Ernst op verjaardagen een zakje bloembolletjes, ik kreeg nooit wat. Zodra zijn tulpen weer bovenkomen, vertrap ik ze, ieder jaar weer, ook als hier andere mensen wonen. En maar hopen dat dat snel zal zijn, anders veilt de bank ons huis en zijn we al ons eigen geld, een heel leven voor gespaard, kwijt en houden we bovendien een restschuld over.
Wim zal vanavond, als hij zijn raadslidmaatschap aanvaard, op de vraag of hij zijn taak naar eer en geweten zal uitvoeren, zeggen 'Zo waarlijk helpe mij god almachtig'. Daar kan hij zich altijd achter verschuilen. Is hij niet eerlijk, niet oprecht, dan kan hij zeggen 'God wilde mij kennelijk niet helpen'. Leg de verantwoordelijkheid voor je eigen functioneren in handen van een ander en je hoeft je nooit te schamen.
No comments:
Post a Comment