30.7.12

Stoute herten


De herten in Kennemerland houden zich niet aan hun grenzen. De mens heeft hen er al ettelijke malen op gewezen, dat zij niet buiten hun territorium mogen komen, maar zij negeren dit gebod. Ik heb dat met eigen ogen vaak gezien. Als ik van het huis van mijn ouders langs de duinen van Zandvoort met gepaste snelheid naar huis reed, kwam ik regelmatig deze stoute herten op straat tegen. Meestal als het mistte.


     Als kind ging ik vaak met mijn zusje bij schemer de duinen in, in de hoop een glimp van een hert op te vangen. Het kwam maar weinig voor, dat we er een ontwaarden. Eenmaal zagen we bovenop een heuveltje de contouren van een trotse snorstok (m) met drie hindes. Even maar, toen verdwenen ze achter de heuvel. Een schuw hert ontwaren was zoiets als op safari gaan. Oog in oog met de wilde natuur, die er wel was, maar die zich aan ons maar zelden liet zin. We wisten dat er vossen en konijnen waren, maar ook die zag je nauwelijks. De mens had ze verdreven naar plekken achter hekken.


     In de jaren tachtig leek dit wat te veranderen. In onze door lampen verlichte tuin verscheen een vos, die het bord vogelvoer leegat. Na die eerste maaltijd kwam hij regelmatig en liet zich rustig bekijken door de familie en gasten, als die er waren. De vos wende aan de mens en de mens riep luidt 'Kijk, een vos!' Maar als er één vos over de grens is, volgen er meer en dan roept de mens 'Rot vos!' Wij niet natuurlijk, maar wel de overbuurman met zijn kippen en de mevrouw, die het vuilnis uit een opengevreten zak door haar tuin verspreid zag liggen.


     Er zijn twee soorten mens. De mens die geniet van alles wat met de natuur te maken heeft en iedere glimp van een in het wild levend beest wil opvangen, en de mens, die overal last van heeft. De eerste mens zoekt het afval weer bij elkaar en verzint een manier, om het te beschermen tegen vossen. Deze mens bouwt ook een goed kippenhok waar vossen niet in kunnen of neemt een dooie kip op de koop toe. De andere mens staat op zijn rechten en zet steevast een plastic vuilniszak buiten of vraagt een vergunning aan om vossen te vergiftigen.


     In de Bodaan, het verzorgingshuis in Bentveld, de laatste bebouwing langs de Zandvoortselaan richting Zandvoort, lopen de herten met gemak de tuin in. Mijn vader en later mijn moeder hadden een kamer op de begane grond. Zij keken hun ogen uit, toen het eerste hert voor hun raam verscheen. De televisie was nutteloos geworden. Een paar planten in het kleine tuintje overleefden dit bezoek niet, maar dat deerde niet. Er zijn mooie planten die wel hertbestendig zijn. Mijn ouders, behorende tot de eerste menssoort, realiseerden zich dat zij nergens mooier hun oude dag hadden kunnen slijten dan in deze hertentuin. De buren aan weerskanten vroegen echter om jagers, want hun bloemetjes gingen eraan. En telkens weer moesten dezelfde bloemetjes worden terug geplant, want dat was immers hun recht.


     Als kind zag ik weinig merels. Mijn moeder strooide haar leven lang brood voor de vogels en het stikte bij ons in de tuin dan ook van de mussen en de spreeuwen, maar geen merels. Pas toen ik al een tiener was, kwamen er ook merels eten. De merel kwam langzaam terug en mijn vader legde uit, dat het mannetje in de paartijd een gele snavel kreeg. Nu zie ik veel merels.
     Even waren de mussen weg, maar nu zie ik hele families in mijn achtertuin. Op de begraafplaats Westerveld sprong een eekhoorn rond, zonder zich maar enigszins te storen aan de stoet mensen die vanaf het crematorium afdaalde. De vissen in onze vijver zijn zo aan ons gewend, dat we ze kunnen aaien. Als we via Duin en Kruidberg terugrijden naar huis staan er regelmatig reeën op de weg. Wij wachten dan tot ze bereid zijn verder te lopen. Dat gaat altijd te snel, want we zouden wel uren naar ze kunnen kijken.


     Het dier komt langzaam terug in ons leven. Vossen, herten, reeën, vogels, en misschien de wolf, ze zijn niet meer bang voor ons en ook niet voor onze auto's. Met enig geduld kunnen we over en paar decennia herten aaien. De integratie van het dier, mooier kan bijna niet. Voor de ene mens dan. Voor de andere schijnt dit een doemscenario te zijn. Die schiet alles wat over zijn hekje komt liever af, dan dat hij wat langzamer rijdt.
     Die laatste mens heeft van alles altijd last. Het zijn de mensen, die pal staan voor hun rechten. Zij kappen bomen, omdat deze de zon tegenhouden of omdat de naalden lastig zijn. Zij klagen eeuwig over de buren en hebben last van alles wat ze zelf niet in de hand hebben en niet kunnen controleren. De grenzen van hun domein zijn heilig, hun doen en laten is heilig en hun leven moet zo overzichtelijk mogelijk. Daar past de chaos van de natuur niet bij. Meestal zijn het mensen zonder huisdieren, want ook die zijn lastig, maken vies en zijn zelf vies. Met een beetje mazzel is er wel een allergie die de schuld krijgt.


     Als je op Schiphol aan komt vliegen, dan lijkt ons land aangeharkt, verdeeld in rechte percelen, ordelijk neergelegd. Het geeft de aard van de Nederlander volkomen weer. Chaos kan hier niet. Met lijnen op de grond hebben wij alles een plaats gegeven: waar gelopen mag worden, waar gefietst en gereden mag worden, waar gewoond mag worden. Het ene vakje mag het andere niet verstoren, anders kom er een aanrijding, tussen mens en mens of tussen mens en dier. Dat moet tot het uiterste voorkomen worden en daarom volgen we krampachtig de lijntjes op de grond en de lijntjes van de wet. Voor alles wat mis gaat zoeken we een schuldige want we kunnen niets wijten aan het toeval, aan een samenloop van omstandigheden, of het onbewust falen van de mens, want die zou immers perfect moeten zijn. Iedereen, die op Schiphol aanvliegt kan al weten, dat het niets wordt met integratie in dit land, want de hokjes zijn allang verdeeld. Het is jammer dat herten niet kunnen vliegen.

27.7.12

Olympische geldverslinding


Europese kampioenschappen, wereld kampioenschappen, Olympische Spelen. Er wordt wat afgesport. Dat klinkt negatief en zo bedoel ik het ook. Multinationals met werknemers, die zichzelf leegzuigen om een seconde beter te zijn dan een collega. Maar wat is er het belang van, om het snelste te hollen, het hoogste te springen of het verste te werpen? Ik kan ook de vraag stellen, wat een mens bezielt om de beste te willen zijn. Roem, geld, geschiedschrijving, onsterfelijkheid? Het is aan de sporter om hiervoor in alle vrijheid te kiezen, maar om zijn droom te verwezenlijken is een enorm bedrijf nodig. En dat bedrijf deugt niet.


     Mijn Rabobank sponsort sport terwijl mensen door verlies van hun baan hun hypotheek niet meer kunnen betalen: huis veilen. Heeft het een iets te maken met het ander? Ja! In een mensenwereld zou je empathie verwachten, maar die is er niet. Zaken zijn zaken, maar mijn rente gaat naar een wielrenner. Een maand geen hypotheek betalen, de ideale oplossing voor nijpende problemen, kan ook niet, want zaken blijven zaken. Wat het met elkaar te maken heeft is, dat niemand begrijp waarom het ene wel kan en het andere niet. Wat niemand begrijpt is dat de Rabobank de komende vijf jaar 1 miljard wil bezuinigen, maar wel sportevenementen blijft sponsoren.


     De Olympische Spelen: 60 miljoen euro voor een kabelbaan over de Theems...                   (ik ben even stil, ik denk aan alle andere benodigde voorzieningen in Londen en zie dan elders op de wereld uitgemergelde kinderen voor me, overstromingen, bootvluchtelingen en ach waarom niet: armoede in Engeland zelf). Gisteravond op de televisie: hoeveel waren het er...16.000 militairen op de been voor beveiliging en hoorde ik 35.000 politiemensen vallen? Waar gaat dit nog over?
     Alle steden die de Olympische Spelen hebben georganiseerd kampen nog met hoge schulden en alle stadions, die voor dergelijke kampioenschappen werden gebouwd, zijn te groot om kostendekkend geëxploiteerd te worden. In Zuid Afrika  staat een stadion te verrotten en in Peking is het een toeristische attractie geworden. Maar we gaan gewoon door. Over vier jaar wéér ergens anders. Geld is er alléén niet, als het arme mensen, rampen en noodsituaties betreft. Geld is er in overvloed voor plezier, eigenlijke onzin dus.


     Dat de Olympische Spelen niet meer in Olympia kunnen worden gehouden begrijp ik volkomen, maar in 2004 werden ze weer gehouden waar ze thuis hoorden, in Griekenland. Kosten nog moeite werden gespaard om dat te realiseren. Het vliegveld van Athene werd zelfs verlegd naar buiten de stad (geen overbodige luxe overigens, want vroeger dook je zo de huizenmassa in). Vanaf dat jaar hadden de Spelen daar moeten blijven.
     De schandalige geldverspilling aan stadions, infrastructurele aanpassingen, beveiliging, onderkomens voor de sporters, het Hollandhuis om maar wat te noemen, en alles wat ik verder hier niet eens kan verzinnen, is niet meer van deze tijd. Was al van geen enkele tijd, maar sinds 9/11 en de daarop gebaseerde veiligheidseisen nog veel en veel minder. Een weldenkend mens kán eenvoudig niet zeggen, dat hier nog van enige rationaliteit sprake is.


     Je kan niet alles opdoeken in de wereld en de Olympische Spelen zijn inmiddels een traditie, gebaseerd op de oudheid, die ook ik niet wil schrappen. Maar het kan anders. Laat de Spelen weer plaatsvinden in Griekenland, waar ze ooit zijn ontstaan en laat ieder deelnemend land meebetalen. Zorg voor een goede permanente voorziening en laat de openingsceremonie telkens door een ander land organiseren. Dan kan iedere natie nog laten zien hoe geweldig goed ze zijn, kan ieder sporter zichzelf verder leegzuigen en heeft Griekenland haar trots terug en kan er wellicht nog op verdienen ook.


     En als ik het dan toch over één locatie heb: Het Europese Parlement mag ook wel eens ophouden met de voortdurende verhuizing tussen Straatsburg en Brussel, die ongeveer 200.000.000 per jaar kost.
     Wat is het toch, beste burgers van deze aardkloot, dat jullie deze excessen maar gewoon voor lief blijven nemen. Wanneer begint de Financiële Revolutie? Wanneer dringt het tot jullie door, dat voetballers, managers, acteurs niet meer waard zijn en meer rechten hebben dan jullie zelf? (besloot zij machteloos) 
 

25.7.12

Oma 2

Arie en Reina de Haan

Het bed bij oma thuis, in de achterkamer boven, was een eikenhouten twijfelaar met een zakmatras. Wat er in zat, weet ik niet. Misschien oud kapok. Voordat Wilma en ik er in kropen maakten we twee kuilen, maar zelfs dan rolden we 's nachts tegen elkaar aan. Inslapen was alleen al daarom erg moeilijk. Op een commode stond bovendien een bruine houten klok, die erg hard tikte. Soms zetten wij hem stiekem op de gang, maar daar hing al een koekoeksklok aan de wand en samen maakten ze volgens ons een oorverdovend lawaai. Dat kwam ook omdat de deur van ons altijd op een kier moest staan. In het stopcontact naast de deur zat een nachtlampje: een bolletje met geel licht dat, als je snel op en neer keek, zich splitste in groen en oranje licht.
     Als wij om elf uur nog niet sliepen, kwam oma ons streng toespreken met een tandeloze mond en een haarnetje om haar grote grijze knot. Zij droeg grote witte nachthemden, waarmee ze steevast haar buik en middel bewreef. Later begreep ik dat haar huid jeukte van het strakke korset, dat zij haar leven lang droeg.


     Bij dag en douw, als oma nog lekker lag te slapen en wij geacht werden nog geen heibel te maken, telden we de planken van het plafond. We ontdekten, dat sommige planken ooit een stuk hout waren geweest. Dat kon je zien aan de kwasten. Dan wezen we om de beurt de planken aan, die bij elkaar hoorden. Soms zagen we wel vier planken, die ooit één waren geweest.
     Oma's tuin in de Zocherstraat in Haarlem kan ik me alleen nog in zomertijd herinneren. Tussen de perken met rozen, afgescheiden door een randje opstaande bakstenen, lag grint. Grint met een t, niet met een d, want grint is hard en ketst, een d doet dat teniet. Op het kleine terrasje, in de hoek pal voor het raam stond een grote ton met water. Daarin bewaarde ze haar melk en, alleen voor verjaardagen, de slagroom. Als het zover was mochten wij de room kloppen in een glazen pot met roomgele deksel en een rode slinger, waaraan je draaide. De slagroom was niet voor het gebak, maar voor de advocaatjes, die bij haar buurvrouwen, maar ook mijn moeder, gretig aftrek vonden. Wij kregen dan een minuscuul glaasje advocaat met melk.
     Oma had heel lang grijs haar, dat zij eens in de week kapte. Zij draaide het haar om een vulling in een knot achter op haar hoofd en deed kammetjes aan de zijkant, om het haar bij haar gezicht wat op te bollen. In alle jaren veranderde er niets aan oma. Ze bleef even oud, of jong, ze bleef even stevig, en het gitje dat als kind met een val in haar knie was blijven zitten, zat er toen ze zeventig was nog. Altijd als we haar bezochten en mijn moeder vroeg hoe het met haar ging, antwoordde ze 'best!', haar hele leven lang. En als wij ons bord netjes leeg hadden gegeten, zei ze 'Dat is skoon leeg'.


     Onze lievelings avondmaaltijd was gekookte aardappelen met boterjus, kropsla met slasaus en gekookte eieren. Ik kan er nu nog steeds iedereen blij mee maken, met die omamaaltijd, zoals hij is gaan heten. Een omaboterham is net zo lekker: een witte boterham met boter en witte basterdsuiker, daarop omgedraaid een beschuitje met boter. Als een taartje! Oma's glazen suikerschaaltje staat bij mij in de kast. O wee als het zou breken. Haar suikerlepeltje gebruik ik wel en het rode vest dat ze voor me breidde ligt nog netjes in de kast. Sinds mijn dertigste woon ik in huizen, die lijken op het hare.
     Op ons veertiende jaar moesten wij afscheid nemen van oma. Toen wij met vakantie in Griekenland waren, werd ze in het ziekenhuis opgenomen met terminale darmkanker. Vanuit het ziekenhuis ging ze naar de Janskliniek. Daar zag ik haar nog een paar keer. De laatste keer dronk ze een kopje thee en als altijd hield haar rechterhand haar linker elleboog vast, terwijl ze slokjes nam. Ik vertelde haar nog, dat ze altijd zo dronk. Ze had zich dat nooit gerealiseerd. Een paar dagen later kwam mijn moeder ons 's ochtends op bed vertellen, dat oma was gestorven aan een hartaanval. Wij huilden, maar korte tijd later hadden Wilma en ik de grootste pret samen in bad.
     Op haar crematie waren ook vrienden en vriendinnen van ons aanwezig. Oma had, als we tijdens schoolpauzes haar bezochten, hen altijd met evenveel warmte ontvangen. In die tienerjaren ging het leven snel verder, maar soms zag ik ineens mijn oma staan, op een perron ergens in Italië, of zomaar in een winkel. Als ik aan haar denk, voel ik nog steeds de enorme warmte die ze uitstraalde, voel ik de hardheid van haar korset onder haar zomerjurk en zie ik haar weer lachen.
     De droom die ik vanochtend vroeg had was helaas echt een droom. Ik zou er een moord voor doen, om weer te logeren bij mijn prachtige oma. Ze heette Reina, maar Wilma lijkt het meeste op haar. Wel goed verdeeld, eigenlijk.

Oma 1

Oma Reina in 1930, 34 jaar

Blij als ik met mijn huwelijk ben, trouwde ik vanochtend vroeg opnieuw met Ernst. De genodigden waren deze keer voornamelijk familieleden 'uit vroeger tijden'. Je kent dat wel, de mensen die je doorgaans alleen op de crematie van een oudtante tegenkomt. Grappig te weten, dat je nog zoveel familie hebt. Sommigen herken je nog, anderen zijn verdacht veel op dode vaders en moeders gaan lijken.
     Tussen de genodigden bevond zich mijn oma. Ik was ontzettend verbaasd, want zij was, meen ik zeker te weten, toch gestorven toen ik een jaar of veertien was. Het was mijn lievelingsoma en ik haastte me dan ook naar haar toe. Maar vriendelijke woorden kreeg ik niet. Ze verweet me, dat ze op mijn vorige huwelijk niet was uitgenodigd en op dit huwelijk ook weer niet. Je kan dan moeilijk zeggen Maar ik dacht dat je dood was, dus ik beperkte me tot Ik wist helemaal niet meer waar je woonde! terwijl ik mezelf telkens hard in de arm kneep. Dan zien broer en zus mij met haar praten en komen naar ons toe. Zij gedragen zich naar oma toe heel normaal, maar ik vang zo nu en dan hun vragende blikken op. Ook mijn zus zie ik in haar arm knijpen.
     Als oma door een tante wordt meegesleurd naar een groepje andere oudjes, kijken Arie, Wilma en ik elkaar verbaasd aan. Wat moeten we hiermee? Ik vind het wel prima, zeg ik, maar ze is in al die jaren wel onvriendelijk geworden hoor. We vragen ons af waar ze al die tijd heeft rondgehangen. Dan schiet me me te binnen, dat we pa ook twee keer hebben moeten begraven. Die begon in zijn kist ineens te ademen. Gelukkig konden we hem eruit halen, voor hij er erg in had, dat hij werd begraven. Wij hebben hem toen in een rolstoel gezet en net gedaan alsof er niets was gebeurd. Mijn moeder was daar destijds niet blij mee. Ze had een goede kamer in een verzorgingshuis gekregen en ineens moest pa daar ook weer bij. We bespraken nog wel met haar, hoe we hem dan het loodje konden laten leggen, maar zover wilde ze niet gaan. Uiteindelijk stierf hij toch, een paar maanden later. Doodsbang dat hij weer zou opstaan uit die dood, hebben we hem nog lange tijd boven de grond gehouden.
     Misschien zit het in de genen? opper ik. We besluiten het toch eens aan oma te vragen. Twaalfeneenhalf jaar! roept oma boos. Jullie hebben me twaalfeneenhalf jaar laten stikken! Volgens mij zijn het er inmiddels veertig, maar dat houd ik angstvallig voor me. Op een gegeven moment kon ik niet meer op mijn zij liggen, omdat mijn benen dan niet meer mee gingen. Dat was een ontzettend rot gevoel. Ik stel me haar als skelet voor en kan me zo voorstellen dat je zonder vlees die benen inderdaad niet meer mee krijgt. Hét bewijs, dat ze inderdaad dood is geweest!
     Als we haar na het feest, vooral uit nieuwsgierigheid (want vanwege haar vriendelijkheid hoeven we het niet te doen), thuisbrengen, dan treffen we haar huis aan zoals het altijd was. Dit moet genetisch zijn, zeg ik nog eens. Die gedachte doet me sidderen.
     Wat ik nou niet begrijp is, dat je onbeperkt veel en hard in je arm kan knijpen, maar dat dat geen enkele soelaas biedt. Volgens die knijperij was ik volkomen wakker, maar toen ik wakker werd, bleek dat ik toch had geslapen. Welke onverlaat is op het idee gekomen om armpje te knijpen en wie bedenkt er eens iets anders om dromen in de droom te herkennen? Dan had ik oma niet thuis hoeven brengen en de borrel na mijn huwelijk niet gemist.

23.7.12

Doorn op de weg

Als u naar Artis wilt, wilt u dan zo vriendelijk zijn niet via Halfweg te rijden? Dat is namelijk de gemeente Haarlemmerliede-Spaarnwoude, dat u het weet. En woont u in Haarlem, dan niet via Overveen naar Zandvoort graag, want dat is de gemeente Bloemendaal. Wilt u van de zomer een weekje naar het Landal Greenpark op Texel, dan moet u Den Helder absoluut mijden, denk daaraan.


     Een voorstander van een toekomstig Landal Greenpark in Spaarnwoude ben ik niet echt. Dat komt omdat ik het stuk natuur dat het Fort Benoorden Spaarndam omgeeft, erg mooi vind. En groen vullen met huisjes, hoe mooi het ook gedaan zou worden, vind ik zonde. Natuurlijk zitten er ook andere kanten aan het verhaal, maar de belichting daarvan gaat u maar bij de partijen halen, die voorstander zijn. Ik ga deze hier niet promoten, dan maak ik het u te makkelijk.
     Dat het park er komt is eigenlijk wel een feit, want vrijwel alle bezwaren weet het bestuur van recreatieschap Spaarnwoude op te lossen. Daarbij heeft de raad van Velsen het plan aangenomen en dus heb ik als politicus geen reden meer om op de barricaden te springen. Je moet reëel zijn: de democratie heeft gesproken. Hooguit kan ik nu, als het de raad wordt voorgelegd, nog meebepalen dat er geen al te gekke dingen gebeuren.


     Een van de minder gekke dingen aan dit park is, dat er te zijner tijd mensen met auto's naar toe en van weg moeten kunnen. Jawel, want zonder die mensen hoef je ook het park niet te bouwen. Omdat de gemeente Haarlem tegen de bouw van het park is en op de barricaden argumenten nodig heeft om te schreeuwen, heeft de Haarlemse wethouder Rob van Doorn besloten, dat zijn gemeente het verkeer naar en van het te bouwen Landal park niet over Haarlemse wegen wil laten rijden. Aan de grens van Haarlem moet je dus misschien eerdaags door een soort douane, om aan te geven wat je reisdoel is. Is dat de zwarte markt in Beverwijk, dan mag je door, maar is dat Landal Greenparks, dan moet je


rechtsomkeer. En stel dat je niet kan aantonen waar je heen wilt, wat dan? Ik zie het helemaal voor me. Huilende kinderen achterin, hond laat scheetjes van de spanning, mamma helemaal in de stress omdat de parkwinkel zo sluit, pa bezweet de auto kerend, wat nooit lukt als er een douanier naar je staat te kijken.
     Ik stel voor dat wij Velsenaren de Haarlemmers, die met de boot naar Newcastle willen, bij Santpoort-Zuid in een fuik laten rijden om ze naar Zandvoort te sturen, waar ze vervolgens per (nog op te richten) pendelboot naar het DFDS Seaways schip kunnen worden vervoerd. En dan geen voet op de kade! De Denen hijsen ze wel uit de pendel. Volgende zaak is wel, hoe ze in 's hemelsnaam door de gemeente Bloemendaal komen, maar dat lossen ze zelf maar op.


     Hoe klein kan je denken? Nou, zo klein kan je denken.
Vraagje aan Ernst: Kan die lightrail van jou niet een ommetje Landal maken of zat dat al op de route? En nog iets: Als die er ooit komt, dan mogen er toch zeker geen Haarlemmers in hè, of wat?

20.7.12

Raadsvoorlichter in Beverwijk


Proficiat raad van Beverwijk, die een motie aannam om een raadsvoorlichter aan te stellen. Hij of zij zal journalistieke verslagen en persberichten maken over de raadsvergaderingen, een begrotingskrant van de raad en zich bovendien bezig houden met twitter en facebook. De functie gaat de gemeente 25.000 euro kosten, maar soms gaat de kost echt voor de baat uit.


     Bij 'gekleurd' (passende plek overigens) haalt Bart Vuijk in de IJmuider Courant van vandaag de functie hard onderuit, maar helaas met allemaal drogredenen. Zo zouden de verslagen van zo'n voorlichter niet onafhankelijk en de journalistieke waarde een illusie zijn. Daarvoor heb je een onafhankelijke pers nodig. Ik moet even heel hard lachen. Een onafhankelijke pers? Nooit geweten dat die bestond!
     Ik wil de heer Vuijk even wijzen op het verschil tussen een journalist en een voorlichter. Een voorlichter geeft sec informatie over de organisatie waarvoor hij werkt, niet gekleurd en opgepoetst, maar gort droog de feiten. Voor velen zou het heerlijk zijn, als journalisten dat ook zouden doen, maar helaas is dat niet zo. En waarom niet? Leg de Volkskrant en de Telegraaf naast elkaar en u heeft de reden.
     Een aantal weken geleden schreef Friso Bos in de IJmuider, dat de perspectiefnota van het Velsense college van de raad weer de kast in kon. Dat was totaal verkeerde informatie. De perspectiefnota werd namelijk door de raad aangenomen, maar wel met een amendement waarin zij het beleid loskoppelde van de centen. De genoemde euro's zouden slechts als richtlijn gelden. Dat is ook waar een perspectiefnota voor is: beleid. Voor de centen hanteren we een begroting.


     Met een dergelijke berichtgeving in de krant wordt de burger volkomen verkeerd geïnformeerd, maar nergens heb ik ooit een rectificatie aangetroffen. Je kan je afvragen hoe zo'n bericht ontstaat. Was het een kleur, die de journalist aan het bericht wilde geven of had hij het echt niet goed begrepen? Ik houd dat in het midden. Maar een voorlichter van de raad zou zo'n bericht nooit naar buiten hebben gebracht. Hij heeft geen enkele journalistieke vrijheid. U moet weten dat alle raadsvergaderingen worden opgenomen en genotuleerd. Het zou toch wel erg idioot overkomen, als de raad vervolgens informatie naar buiten brengt, die niet op die bandjes en notulen voorkomt.
     'Wiens brood men eet, wiens woord met spreekt' gaat hier letterlijk op, schrijft Bart Vuijk. Ja, daar ben ik het roerend mee eens en dat is me al eens te meer gebleken, meneer Vuijk. Sinds ik in de politiek zit, heb ik met stomme verbazing mijn dagelijkse kranten gelezen. Ik herkende in de verslaggeving in uw krant bijna nooit de vergaderingen en bijeenkomsten, waar ik zelf aanwezig was.
     De felle reactie van Vuijk kan ik mij voorstellen. Op een gegeven moment zal de burger tot de ontdekking komen, dat hij de krant niet meer nodig heeft als het gaat om getrouwe informatie over de handel en wandel van de politiek. Het zal de burger duidelijk worden, dat hij met de droge feiten van de voorlichter zelf een mening kan vormen en daarvoor de toegevoegde kleur van de journalist niet nodig heeft.


     Aan het eind van 'gekleurd' gaat Vuijk wat in het wilde weg schoppen, zo van: en dat en dat deugde ook niet! Dat heeft iets kinderlijks, maar het middel zal werken: er zullen weer veel mensen op hun achterste poten gaan staan, die het besluit van de raad zullen veroordelen op basis van wat Vuijk hen heeft aangegeven. En dát bedoel ik nou! Stel dat Vuijk geschreven zou hebben, dat het wellicht een goed plan is. Dat er nog even afgewacht moet worden hoe het allemaal uitpakt, maar dat het een goede zaak is, dat de burgers van Beverwijk goed worden ingelicht. En daarbovenop dan nog even de mededeling, dat de gemeente voor een halve man extra werkgelegenheid biedt. Dat zou wel heel anders overkomen, maar dat is de kleur van óf Vuijk zelf óf de IJmuider niet.


     Ik heb hier in Velsen ook al eens aan raadsleden voorgelegd, of de raad niet zelf de informatie naar buiten toe moet brengen. Daar zal na het reces ongetwijfeld nog op worden teruggekomen. De reden daarvoor is u inmiddels wel duidelijk, maar ik zal er nog een toevoegen. Weet u dat het wel of niet noemen van partijen in een artikel in de krant u volkomen op het verkeerde been kan zetten? Een journalist met VVD voorkeur kan er voor kiezen om die partij alleen in positieve berichten te noemen en bijvoorbeeld de PvdA alleen als het om negatieve informatie gaat. Een partij doodzwijgen kan ook. Leest u nooit iets over het CDA, dan zult u denken dat die partij weinig doet. Zo beïnvloeden de kranten op subtiele wijze uw mening.

18.7.12

Enige zegen van de evolutie: de Paracetamol

In Beieren zijn zijn ze het zat om te betalen voor de arme buren. In Jemen eten ze alles. In Israël is de Kadima-partij alweer uit de coalitie gestapt. Zomaar drie koppen uit mijn ochtendkrant, die me triggeren. Ze bevestigen gedachten, laat ik het zo zeggen.


     Schreef ik eerder niet over de politiek in Israël, die geen verkiezingen nodig blijkt te hebben om kabinetten samen te stellen of te ontbinden? Mijn mening wordt vandaag weer bevestigd. Als de wetgeving omtrent de dienstplicht voor orthodoxe joden en Palestijnen is geklaard, dan is de kans groot dat Kadima zich weer aansluit bij de coalitie. Ik vind dat wel een handige politiek. Voordeel ervan is, dat dure verkiezingen overbodig worden. Voor de politiek zelf is er nog een voordeel: je hoeft geen enkele rekening meer met je burgers te houden. Volgens mij heette dat dictatuur.


     In Duitsland geldt de Länderfinanzausgleich. Rijke deelstaten moeten aan het eind van het begrotingsjaar geld afstaan aan de arme deelstaten, omdat de wet voorschrijft, dat iedereen in Duitsland recht heeft op gelijke levensomstandigheden. Dat is een nobel streven, zou je denken, maar Beieren wil niet meebetalen aan de armeren. Sissi, de Beierse keizerin van Oostenrijk, zal zich waarschijnlijk omdraaien in haar graf. In Nederland zijn er mensen, die ontwikkelingshulp de nek willen omdraaien. In Duitsland dus nu al de ausgleich voor het eigen volk. Eigen? Zijn de Ossies nog wel eigen? Hoe zat dat dan met al die families die werden gescheiden door het prikkeldraad? Dan hadden ze maar niet achter die muur moeten blijven wonen en zich moeten laten doodschieten tijdens een vlucht.
     In Jemen hangt het vlees, vol vliegen, aan een haak in de winkel. Als wij het eten, worden we doodziek. Zo ook van het softijs uit een kar, die waarschijnlijk nooit wordt schoongemaakt. Maar als in Jemen de Nederlandse voedselveiligheidsregels zouden gelden, zouden de Jemenieten honger lijden, schrijft verslaggever Reem Kramer, die kennelijk voor het eerst een arm land bezocht. Omdraaien kan je het ook, Reem: als in Nederland geen voedselveiligheidseisen zouden gelden, zouden we in het buitenland niet ziek worden. Het is maar hoe je het bekijkt. Onze neus doet al lang zijn werk niet meer. Wij kijken op de houdbaarheidsdatum en gooien en masse eten weg, waar een Jemeniet een moord voor zou doen. Wij krijgen de kans niet meer enige natuurlijke weerstand op te bouwen, want wij geloven dat de lichtblauwe halo van Nutricia onze baby's sterk zal maken en dat antibacteriële zeep voor onzichtbare bedreigingen (uit een fles met sensor, want zelfs de zeepfles zelf is te vies om aan te raken) onze kinderen zal vrijwaren van ziekten. Dom, dommer, domst. De Jemeniet wordt niet ziek, Reem, omdat hij gewend is aan die bacteriën! Wij worden steeds zwakker van al die rottige Nederlandse regeltjes.




     Mensen zijn wonderlijke wezens. Dat komt waarschijnlijk, omdat onze hersenstam al zo ontzettend oud is (van toen we nog apen waren). In die hersenstam zitten zaken opgeslagen, die ons nog steeds als zoogdier laten functioneren en dat instinct is meestal sterker dan verstand. Een zoogdier ramt er met gemak op los, als hij met een lege maag eten ziet, maar met een volle maag doet hij daar geen moeite voor. Een mens daarentegen wil altijd meer, en ramt er het liefst voortdurend op los, om maar niets tekort te komen. Dat beperkt zich niet meer tot eten. Tegenwoordig is dat 'je iPhone of je leven!' Maar als we ons instinct keihard nodig hebben, die neus bijvoorbeeld, dan laten we het afweten en gooien we braaf ons eten weg op basis van een datum.
     De intelligentie, die ons door de evolutie is gegeven, heeft onze hersenstam niet aangetast of aangepast. Wij zijn nog volkomen oer, maar dan helaas vaak zonder reden. Het gaat zelfs verder, is dat je niet opgevallen? Rijke vrienden lenen nooit iets uit en geven altijd de lulligste cadeautjes. Hoe rijker, hoe gieriger.
     Met macht is het hetzelfde. Hoe meer macht een mens heeft, hoe vuiler hij wordt. Politici kunnen altijd wel plausibele argumenten vinden. Ze zijn niet voor niets politici. En zijn argumenten niet genoeg, dan is er altijd nog een leger. Maar ook het merendeel van de burgers is ervan overtuigd, dat men moet afblijven van zijn verworvenheden. Daarmee zijn wij nog steeds die apen van weleer, de alfa mannetjes voorop. Voor een werkelijk beschaafde wereld moeten wij van een aantal funeste instincten af. En daar zijn vast nog miljoenen jaren evolutie voor nodig.




     Ik betreur het ten zeerste, dat ik geen aap meer ben. In dit leven moet ik veel, wat ik verafschuw. Al die zaken die specifiek horen bij het leven van een mens. Als aap had ik nu in een boom gehangen, misschien op mijn leeftijd nog met een kind aan de borst, verwekt door de nieuwe alfa vent in mijn leven. Ik had er niet bij stilgestaan of ik daar te oud voor was, had geen moment gedacht de handjes van mijn koter wel of niet te moeten wassen en van luiers, rekeningen, stofzuigers en computers had ik nog nooit gehoord. Ik zou redelijk onbezorgd mijn leven hebben geleefd en geen moment wakker hebben gelegen van de dood, die ooit zou volgen, simpelweg omdat ik daar niet over na kon denken.
     Wat is nou het goede van de evolutie? Ik kan niets noemen. Het blijft volkomen leeg in mijn hoofd. Iedere menselijke verworvenheid is gebaseerd op overheersing, op macht, op het leven van de mens zelf, maar niet op enige verbetering van zijn soort. Integendeel. Minder dan ooit kunnen we omgaan met de natuur en met elkaar. Minder dan ooit zijn we in staat om gezond te leven en meer dan ooit bedreigen we ons eigen leefgebied. Onze intelligentie heeft ons doen vervuilen en ons egoïsme weigert in te grijpen. Wij willen al maar langer blijven leven, maar vergeten ondertussen om te leven of krijgen er de kans niet voor. Nog even en al onze natuur staat in potten op een balkon, omdat we onszelf hebben opgestapeld (wellicht instinctief de boom in?). Dit kan toch nooit de bedoeling zijn geweest?
     Het is goed dat ik hiervan hoofdpijn krijg. Hij is er toch, de enige zegen van de evolutie: de paracetamol. Ook goed voor een aap met borstontsteking.

16.7.12

Brief aan Peter Voser


Peter,

In de Volkskrant van zaterdag lees ik, dat u in 2011 een inkomen had van 8,7 miljoen euro. Dus: 'dat u dat verdiende', maar dat schrijf ik niet, want volgens mij verdient geen mens 8,7 miljoen euro per jaar. Een miljoen is al een bedrag waarbij een mens zich niets meer kan voorstellen. Althans, een normaal mens. Daarmee sluit ik u direct uit als behorende tot die categorie, al weet ik zelf absoluut niet wat een normaal mens precies inhoudt. Is dat iemand die elders in de wereld aan het verhongeren is, of ben ik het zelf, een mens met een mooi huis, een grote tuin en een auto? Gelukkig hanteren de VN criteria ten aanzien van waar een mens recht op heeft: een woning, eten en drinken, onderwijs, gezondheidszorg en werk, oh ja, en geluk. Ik weet niet hoeveel procent van de wereldbevolking een, meer of al deze zaken moet ontberen, dat zou ik moeten nakijken, maar het zijn er in elk geval heel veel. Maar dat weet u allemaal. U bent topfunctionaris bij Shell, dus u komt overal. U beweegt zich, zo ik mij voor kan stellen, over de wegen, die door multinationals zijn schoon gepoetst. Op die wegen liggen geen kadavers, geen bedelaars zonder ledematen, geen uitgemergelde resten van wat wij ooit mens noemden en u komt er zelfs geen bijstandmoeders tegen, maar alleen matini's, toastjes met kaviaar, 60 jaar oude whisky's en wellicht wat lijntjes coke.




Alleen als je iets verder kijkt dan de berm van die wegen of de hekken van de compound, kan je de ellende ontwaren, maar voor u staat deze te lezen in de Times, de foto's in National Geographic. En natuurlijk steunt u daarom rijkelijk het goede doel. In de VS komt u daar absoluut niet omheen, maar bovendien heeft u een naam op te houden en charity is wat dat betreft erg lucratief. Daarmee is uw geweten gesust en is uw salaris geen obstakel. U bent rijk, geslaagd in het leven. Uw kinderen, zo u die heeft, zullen het ook zijn en als ze het goed doen, zullen ook hun kinderen van uw miljoenen kunnen genieten. U bent de koning, wellicht de keizer, die het nageslacht heeft verzekerd, mits ze zich maar verstandig gedragen.




Misschien bent u een heel aardige man, intelligent (dat zal toch wel moeten?) en erg sociaal. Laat ik daar maar vanuit gaan, want daarop heeft u recht. Misschien ook bent u gul (daar is natuurlijk geen kunst aan met al die miljoenen). Dan blijft toch mijn vraag, hoe u een inkomen van 8,7 miljoen kunt accepteren. Ik gun u best een rijk leven, maar een mens kan zoveel niet opmaken aan datgene wat hij voor zijn levensonderhoud nodig heeft. U zult hard werken, veel verantwoordelijkheden hebben, maar dat geldt voor zoveel mensen in deze wereld, ieder op zijn eigen niveau. Een moeder in de Sahel moet zorgen dat haar kinderen blijven leven, een burgemeester moet zijn gemeente besturen, een bouwopzichter moet zorgen dat er geen klungelwerk wordt verricht. Bijna iedereen in dit leven heeft verantwoordelijkheden, die druk uitoefenen. Daarbij is hun etmaal net zo lang als het uwe: 24 uur. Het is nog nooit een mens gelukt, op een seconde na, er meer van te maken. Waarom worden uw 18 uur (ik trek er even 6 uur slaap vanaf) met miljoenen gewaardeerd en die van zoveel anderen met duizenden of angstvallig veel minder? Daarbij komt de vraag, of u erbij stilstaat, dat het huis waarin u woont er nooit zou zijn, zonder al die mensen die bouwen. 




Dat u geen eten zou hebben, zonder mensen die dat verbouwen. Maar ook, dat die mensen uw dure benzine moeten betalen. Wat bent u nu meer, dan die mensen? Is uw belang in deze wereld groter, dan dat van een boer of een huisvrouw? Is uw belang groter dan dat van een arts of chirurg, of zelfs een vuilnisman? Weet u hoeveel erger de wereld gaat stinken als hij er niet is? Wat moet u in dit leven zonder hen allen?
Ik vraag u om hierover eens goed na te denken. Ik vraag u niet, om uw inkomen te verlagen naar bijstandsniveau, want verschil mag er best wel zijn. Maar ik vraag u alleen eens te bedenken, of u wel recht heeft op al die miljoenen. U kunt zo'n mooi voorbeeld zijn voor vele andere...mag ik ze even graaiers noemen, die iedere verhouding uit het oog zijn verloren. Mensen die niet meer weten, wat de waarde van een euro is, behalve als deze aan een vat olie zit vastgeplakt. Mensen die mijlen ver boven het stof van deze wereld zijn gaan vliegen, alvast op weg naar hun hemel. Maar ook zij en u zullen tot stof wederkeren. En of er dan nog een hemel voor u is? Een made zal u, ondanks uw miljoenen, net zo lekker vinden als een sloeber en ieder mens fikt even goed.
Laat ik afsluiten met de vraag, hoe u denkt over de westerse beschaving? Het antwoord van Gandhi op die vraag was: "Dat zou een goed idee zijn!"



Ik wens u beterschap.

6.7.12

de Hofgeestlijn


Ik moet de fractie van GroenLinks Velsen feliciteren: er komt een sessie over de Hofgeestlijn. Gisteravond stemde de raad daar voltallig mee in. Gezien het feit, dat je jezelf niet feliciteert en ik behalve de vormgeving van de brochure niets aan het project heb bijgedragen, feliciteer ik in dit geval mijn fractieleider en echtgenoot Ernst. Twee jaar werk heeft hij erin zitten en geheel zonder vrouw baarde hij dit eerste kind. Ik heb het alleen aangekleed. Het had Johan moeten heten, want dat is de tweede naam van alle broers Merhottein, vier om precies te zijn. Passender nog is Trijntje, want zo heette zijn moeder. Een spoorlijn kan mannelijk of vrouwelijk zijn volgens de van Dale.


     Toen ik rond de kerst van 2007 voor de tweede keer (de eerste keer was jaren daarvoor) Ernst's huis betrad, trof ik een spoorbaan aan van 2,5 bij 1 meter. Het was een sneeuwlandschap in de bergen. Ik weet niet hoe lang hij eraan had gewerkt, maar mij zou het twintig jaar hebben gekost. Later kwam ik vergelijkbare landschappen met rondrijdende treinen en auto's in kleine musea in Duitsland tegen: Modelbahnen. Wij zoeken ze overal op, want het is ongelooflijk hoe realistisch die banen zijn gemaakt. Ernst kijkt vooral naar het materieel, ik naar de materialen, die worden gebruikt om bergen, gras, bomen, huizen en water na te bootsen.


     Heeft Ernst van zijn hobby nu een luchtkasteel...eh baan... gemaakt? Nee. Het plan Hofgeestlijn doet een dringend beroep op de raad van Velsen om zich eens serieus bezig te houden met de ontsluiting van IJmuiden. Dat kan je niet doen met een simpele motie 'Wij moeten een lightrail'. Dan moet je met een gedegen voorstel komen. Het voorstel biedt een alternatief voor eerdere plannen, maar bevat zelf ook weer alternatieven. Ernst is niet de persoon, die verder moet onderzoeken, wat wel/niet mogelijk is, wat wel/niet haalbaar is en wat wel/niet wenselijk is. Hij heeft een goed onderbouwd plan ingediend, dat als start kan fungeren voor een grotere discussie: een goede ontsluiting van IJmuiden in een tijd, dat verkeer steeds drukker wordt, er steeds meer mensen bijkomen en het milieu met name in deze regio knalhard vraagt om schone vervoersmogelijkheden.
     Als niet nu een start wordt gemaakt, wanneer dan? Dan schuift de gemeente voortdurend een heikel punt voor zich uit. Het strand van IJmuiden zal er vrij leeg bij blijven liggen, zolang de infrastructuur niet deugt. 50 Bussen voor één lading cruisetoeristen, die vier keer hetzelfde traject moeten afleggen is niet bepaald goed voor het milieu en voor de belasting van het wegennet. En zo zijn er nog tal van argumenten te vinden voor een goede oost-west verbinding.
     Luchtfietsen, kon het maar, doet Ernst niet. Hij verwoordt met zijn plan de knalharde realiteit: als je nu niet begint te denken, kan je het net zo goed laten. Dan is het moment nooit goed. Hij spoort de gemeenteraad aan te 'durven'. Ja, de plannen zijn groots, maar we zitten niet aan die ronde tafel om net te doen of het leven na onze zittingsperiode stopt en een ander het dan wel weer opknapt. We zitten er onder andere om te anticiperen op dat wat komt.




     Ernst is overigens wel eens de lucht in gefietst. In 2007 fietste hij in zijn eentje naar Interlaken (Zwitserland). Hij had dat in een dolle bui eens aangekondigd en dacht toen, het ook maar te moeten doen. Het plan voor een lightrail van west naar oost in 2010 nam ik dan ook meteen serieus. Als er iets in die kop zit, krijg je het er niet meer uit.