4.5.13

voor Duitsland


Donderdagavond, Pauw en Witteman, een discussie over herdenken. Wie, wie niet, waarom, waarom niet? Adriaan van Dis houdt het helemaal bij de Tweede Wereldoorlog en de Nederlandse slachtoffers. De burgemeester van Vorden, Henk Aalderink vindt dat ook gesneuvelde Duitsers herdacht mogen worden. Van Dis is van mening dat de herdenking dan verwaterd, verloren zal gaan. Hoezo Duitsers? Laten ze dat in Duitsland maar doen.
   Dat kan niet. Stel je voor dat Duitsland gesneuvelde nazi's gaat herdenken. Met een algemene herdenking is er geen onderscheid te maken tussen goed en slecht. Al die kinderen, die verplicht de Hitler Jugend in gingen, die nog voor ze volwassen werden stierven aan het front, voor hen is er geen herdenking. Nog steeds is Duitsland het land, dat met sterk klittenband vast zit aan een vreselijk verleden. Op scholen wordt zoveel informatie over de foute rol in de oorlog gegeven, dat de jeugd er daas van wordt. Je zal maar steeds moeten horen, hoe slecht je voorgeslacht was. Je zal maar steeds zo'n schuldgevoel met je mee moeten dragen. Je zal maar steeds, iedere keer dat je zegt Duits te zijn, dat klittenband op je rug voelen trekken. Duitsland herdenkt zijn fouten, zijn slachtoffers, maar niet zijn (kind)soldaten, die de dood werden ingejaagd.
   Van Dis kan praten wat hij wil, maar de narigheid hield niet op bij de Nederlandse grens. Het is te makkelijk om de Duitser in algemene zin de schuld te geven. Was van Dis, vaderlandlievend als hij is, in staat geweest de indoctrinatie van de Nazi's het hoofd te bieden? Wie zijn wij om het Duitse volk te veroordelen, dat zonder loyaliteit aan haar machthebbers een arrestatie en mogelijk de dood tegemoet kon zien? Makkelijk praten, achteraf. Zelfs een NSBer was geïmponeerd door het machtsvertoon en koos de veiligste weg.
   Een held zijn in vredestijd is heel makkelijk. Maar al die helden staan op een afstand toe te kijken, als iemand door zinloos geweld in elkaar wordt geramd. In Srebrenica waren Nederlandse helden ook ver te zoeken. Een soldaat volgt orders op. Een soldaat mag zelf niet nadenken, oordelen of ingrijpen. Doe je niet wat je is opgedragen, dan wordt je gestraft. In WOII gedood. Ga er maar aan staan.
   Wie herdenkt de Duitsers, die als slachtvee naar het front werden gestuurd? Wie durft te beweren, dat die mannen en kinderen daadwerkelijk vochten voor een ideaal? Wie durft te zeggen, dat die mannen en kinderen hun leven minder belangrijk vonden dat hun land? En wie herdenkt de Duitsers, die werden aangegeven door hun geïndoctrineerde kinderen of door hun buren, omdat ze geen nazi waren en het ook nooit wilden worden? Wie herdenkt de oudoom van mijn dochters, Emile Schäfer, die als jonge soldaat de dood vond in de oorlog? Wie denkt er nog aan zijn zus Anna, die in Nederland woonde en haar Duitse nationaliteit inzette om mensen uit de gevangenis te krijgen?
   Ik moet van Dis vertellen, dat Duitsers ook mensen zijn. Dat het niet uitmaakt, welke soldaat er in een graf ligt. Alle soldaten volgden orders op. Zij die het niet deden, werden gefusilleerd en kwamen ook in een graf terecht. Wij zijn een verenigd Europa geworden en daar hoort de verzoening bij, die Henk Aalderink nastreeft. Ik zou ook de omweg kiezen, langs de graven van de Duitsers, al is het alleen maar omdat ik mijn naasten lief heb. Het is onzin om te stellen, dat de herdenking daarmee afbrokkelt. Hij versterkt juist, verbroedert, verbreedt en laat zien, dat vergiffenis en liefde alles kan overwinnen.