14.8.17

Kleurenblind

Het interview met Iris van Lunenberg in de Volkskrant van vandaag is voor mij een enorme verademing. Eindelijk lees ik over een bruine vrouw, die amper racisme meemaakt. Ik denk direct, dat het toch niet zo kan zijn, dat zij de enige bruine persoon is in Nederland, die aan deze narigheid ontkomt. Het is prettig om uit haar mond te horen, dat haar kleurgenoten vaak zelf vooroordelen hebben als het gaat om gemengde relaties of de zogenaamde 'witte' onderwerpen waar zij over schrijft. "Hoezo kan een onderwerp 'wit' zijn?" vraagt ze zich af.

Donker, blank, wit, zwart...het zijn voor mij woorden die er in feite niet veel toe doen, behalve dat ik de donkere huid het liefst zou duiden als 'bruin' in allerlei facetten. Blank is ook geen juiste aanduiding voor de westeurpese huidskleur. Bij mijn acrylverf staat een potje 'poeder roze', waarvan een veeg op mijn hand niet zou opvallen. Ik houd het dus op bruin en roze, net als het 'pinkskin' van de Andorians in Star Trek. Misschien is het de schilder in mij die, als ik dan toch kleuren moet duiden, van een juiste kleuraanduiding houdt. Ik doe niet veel aan dat benoemen, omdat de kleur van de huid, net als de vacht van een hond of kat, vrijwel niets zegt over het zoogdier in kwestie. Is een zwarte kat liever dan een witte? Hooguit geeft de tekening aan, tot welk ras hij behoort, maar dan nog zegt het niets over zijn intelligentie en zijn karakter.

'minder kans op huidkanker'

    Een bruine huidskleur van mensen is voor mij niet meer dan een bruine huidskleur. Ik kan me niet voorstellen, dat welk mens dan ook op deze wereld anders is dan ik. Natuurlijk, uiterlijken verschillen, culturen verschillen, religies verschillen. De een is hoogbegaafd, de andere heeft een verstandelijke beperking en daar tussenin zijn alle grijswaarden te vinden. Met het 'anders zijn' bedoel ik de 'ik' van de mens in het algemeen. Ieder mens op deze wereld heeft dezelfde behoefte, namelijk een goed leven. Voedsel, een woning, werk, familie en vrienden, veiligheid, respect en perspectief.
    Een roze mens vindt het niet leuk aangevallen te worden op zijn voorliefde voor een bruine partner. Het is namelijk vaak zo, dat mensen juist dat mooi vinden wat ze zelf niet zijn. Omgekeerd geldt hetzelfde. Het is niet voor niets, dat blonde meiden tijdens hun vakantie de avances van de donkerder zuiderlingen niet kunnen weerstaan. Het is zo verschrikkelijk simpel en daarom zo ontzettend jammer dat hier allerlei andere argumenten achter gezocht worden. Dan galoppeer je voorbij aan de biologische factoren die meespelen in het kiezen van een partner, hetgeen zich in eerste instantie via het oog afspeelt: aantrekkelijk of niet? Vermenging heeft in de evolutie vrijwel altijd geleid tot sterkere soorten met meer mogelijkheden om gevaren te doorstaan. Zo zou je alleen al kunnen stellen, dat het kind van een bruine man en een roze vrouw minder kans op huidkanker heeft dan de moeder. Natuurlijk heeft de voorkeur voor dat wat je zelf niet bent een reden in de evolutie van de mens. We zoeken onbewust altijd naar een versterking en verbetering van ons soort, die door vermenging van genen plaatsvindt. En iedereen weet dat inteelt, in afgelegen gebieden en op eilanden, niet bevoorderlijk is voor het nageslacht. Denk alleen al aan genetische afwijkingen.

'waarom het voortdurend benoemen van kleuren?'

    Het interview met Iris bevestigt mijn idee, dat het met racisme in Nederland wel meevalt. Wij zijn ook al zo lang gewend aan bruine mensen in onze samenleving. Maar waarom dan nog steeds die enorme discussie, die klachten, de pietenpraat, het voortdurend benoemen van kleuren? Gaat het überhaupt wel om kleur of gaat het om iets heel anders? Speelt er niet hoofdzakelijkheid een minderwaardigheidsgevoel in plaats van een meerderwaardigheidsgevoel, dat stamt uit vroeger tijden?
    Ik leef temidden van een netwerk, waarin kleur geen enkele rol speelt en discriminatie niet voorkomt. Mensen die over de hele wereld hebben gereisd, die wonen of gewoond hebben in landen waarin hun eigen kleur een uitzondering was. Waar die ook vaak voor problemen zorgde, omdat dat roze gelijk lijkt te staan met 'rijk'. Dat ervaar ik in Turkije zelfs al. Kan dat ook worden bestempeld als een vorm van discriminatie of moet ik dat uitleggen aan de hand van de koers van de euro? Ben ik, omdat ik roze ben, per definitie een islamhater of een heiden? Ben ik moraalloos en wars van andere culturen, zedenloos, respectloos? Moet ik worden gelijkgesteld met westerse vrouwen die topless op een islamitisch strand gaan liggen? Ik word voorgelogen door Turken, die prijzen verdubbelen, artikelen peperduur verkopen als echt merk, zeggen dat de turkse koffie die ik koop dure espressokoffie is, de huur van mijn huis binnen een week met 30% verhogen, die mij maanden van het kastje naar de muur sturen met nonsens over een verbroken internetverbinding en noem maar op. Ik ben de Hollander die ofwel rijk is of niet belangrijk, ook al betaal ik trouw de service. Is het iets dat bij de slimme handelsgeest van dit land hoort of is het specifiek gericht op mij als roze allochtoon? Deels. Er zijn nou eenmaal mensen die deugen en mensen die niet deugen, ongeacht hun huidskleur of komaf. Ik kom meer Turken tegen die uiterst behulpzaam zijn, hartelijk en eerlijk.

'homo erectus, alleen dat onderscheidt hen van een aap'

    De aandacht van de media in Nederland is vooral gevestigd op problematiek. Kranten moeten vol, iedere dag weer, en internet moet steeds verversen. Bovendien moet ieder nieuwsmedium aandacht besteden aan dezelfde items, om niet buiten de boot te vallen. Lezers verwachten telkens veel nieuws, waar ze lekker voor kunnen gaan zitten. Journalisten en columnisten schrijven zich een slag in de rondte, telkens met herhalingen (Trump: president van Amerika en onderzoek naar Rusland connecties, Kim Jong-Un: president van Noord-Korea en superdwaas die..., Erdogan: potentaat sinds de coup die... alsof de lezer het geheugen heeft van een goudvis). Staan er tien mensen te protesteren tegen iets, dan wordt het breed uitgemeten in het nieuws en kunnen we een maand lang de feiten volgen en de opinie tot ons nemen. Wat klein kan blijven, wordt tot enorme proporties opgeblazen door de herhaalde aandacht. Dat geldt ook voor racistische voorvallen, of voor zaken die zo worden uitgelegd. Ruzie tussen roze en bruin is per definitie van racistische aard, al zou diezelfde ruzie ook tussen roze en roze kunnen plaatsvinden. Eén verkeerde politieagent die een bruine BN'er verdenkt van het stelen van zijn eigen auto wordt onmiddellijk geïdentificeerd met een heel corps. En voilá, de hele discussie gaat weer een maand over verkeerde politie.
    Respect. Mensen met een fatsoenlijk brein respecteren andere mensen, ongeacht hun voorkomen, hun afkomst, hun nationaliteit, hun intelligentie, hun geloof. Zo'n mens mag zich homo sapiens noemen. Mensen die daarvan gespeend zijn, mag men wat mij betreft uitschelden voor homo erectus, het enige wat hen onderscheidt van de aap.

13.8.17

Ik ben een mier

Mijn mieren zijn heel klein. Hun voedsel is nog kleiner. Zo klein, dat ik het met een leesbril zelfs niet kan zien. Mijn vaatdoekje gaat iedere keer trouw over het aanrecht, maar laat kennelijk toch bergen voer achter, want 's morgens krioelt er een zwart pad ergens vandaan, ergens naartoe. Zelfs de kraan spoelt in de gootsteen niet alles weg wat eetbaar blijkt en het grondig omspoelen van mijn thermosbeker heeft geen enkele zin.
    Deze microwereld waarmee ik ieder dag word geconfronteerd is me gaan fascineren. Ik haat het om dieren te doden, dus spoel en poets ik alleen weg wat de mieren zo intrigeert. Het pad verdwijnt dan vanzelf. Daarmee beperk ik het aantal verzopen en platgedrukte lijkjes en mijn geschuldgevoel. Wie was er immers eerder in dit huis, zij of ik? Aan de andere kant, zonder mij hadden ze hier weer niets te zoeken.
    Ik stel me voor een pionier mier te zijn, zo eentje die mijlen afloopt op zoek naar onzichtbaar voer en, als het eenmaal is gevonden, zijn familie de weg wijst.



Ineens dondert er een berg water ter grootte van een enorm boomblad, door cohesie opbollend, voor mijn neus neer. Ik kan mijn pad niet meer vervolgen en zoek naar een weg eromheen. Het was dit keer een zware plens. Ze waren wel eens groter, maar meestal zijn ze slechts een suikerkorrel groot. De vorige keer werden mijn achterpoten nat, maar ik wist te nauwernood te ontsnappen. Ik vraag me dan weer af, waar die plens vandaan komt, maar kan het antwoord er niet op vinden. Het is nou eenmaal zo. Net als dat enorme gele monster dat laatst vanuit het niets op mijn wereld kwam vallen. Ik kon het ontwijken, mijn maatje helaas niet.
    Mijn wereld zit niet alleen vol enorme angstige gebeurtenissen die niemand kan verklaren, ook van de mooie begrijpen wij niets: brokken vlees, die plotseling neerdonderen of een suikerbui! Wij slepen mee wat eetbaar is en stellen maar geen vragen meer. Daar ver boven ons, ver buiten ons gezichstveld, in de oneindige verte, spelen zich zaken af die ons brein niet kan bevatten. Soms tilt iets ons op, soms vliegen we mijlen ver door de lucht om toch op onze poten terecht te komen, een andere keer worden we zonder het te vragen van de verdrinkingsdood gered en donderen kleddernat en zeer beduusd, maar zielsgelukkig neer.
    Meestal gaat alles goed, soms gaat het goed fout. We maken ons er niet meer druk om, omdat alles om ons heen in een fractie van een seconde kan veranderen. Wat heeft het voor zin om je druk te maken om iets wat je niet in de hand hebt? Wij hebben geleerd hoop te hebben en een soort vertrouwen dat ons niet zal overkomen, wat de minder fortuinlijken overkwam. Het is ons lot, de onzekerheid en de onwetendheid. Wat zich daarboven afspeelt is niet en nooit te bevatten. Het is een raadsel, dat zich wellicht ooit zal openbaren als wij er voorgoed door worden opgeslokt. 

12.8.17

Gender neutraal??


Ik vrouw, mijn man man. Mijn kinderen vrouw en vrouw. Mijn ex man. Mijn zus vrouw. Haar man man. Ik ken geen genderneutalen. Flink gezocht in mijn vriendenkring...niet gevonden. Twee mogelijkheden: ik ben hopeloos ouderwets en heb nog geen genderneutralen in mijn vriendenkring of  ze bestaan helemaal niet! Jawel, ik loop wel eens op straat en zie dan een vrouw, die verdacht veel op een man lijkt, erg kort haar, geen make-up, mannelijke kleding, nogal stoere gelaatsttrekken, maar dan zie ik toch nog ergens iets opbollen boven de maag en weet ik dat het een vrouw is, al wil ze er zelf niet zo uitzien.
    Ik ben tot de conclusie gekomen, dat áls er genderneutralen bestaan, ze niet voor het opscheppen liggen. In mijn 60jarige leven heb ik er nog geen een ontdekt. Ik vraag me daarom af, waarom er wc's voor hen moeten worden geschapen. Ik ken wel homo's, maar dat zijn duidelijk mannen en vrouwen, die ook naar die toiletten gaan. Ik ken hele vrouwelijke homo's en hele mannelijkse homo's, terwijl ze soms de andere sekse hebben, maar afhankelijk van hun geslachtsdelen gaan ze naar de toiletten die beschikbaar zijn. Ik weet ook van uiterlijk prachtige vrouwen die piemels hebben, maar als die op het toilet zitten (of ervoor staan), dan is dat achter de gesloten deur van het toilet en kan het me geen bal schelen of ze pissen als vent of als wijf. Dat is helemaal hun zaak. En als een man geen piemel heeft, dan lijkt het me moeilijk om een pissoir te beklimmen, dus zal hij achter een gesloten deur zijn behoefte doen. Het kan me dan ook geen flikker (haha) schelen of dat een grote of kleine boodschap is.
    Twee alinea's verder ben ik dus nog niet gestuit op een wezenlijk probleem dat genderneutrale toiletten nodig maakt. Ik zou bijna zeggen, dat zo'n toilet niet erg raadzaam is, want als een man, die zich als vrouw profileert dan dat toilet inloopt, weet je direct dat het eigenlijk geen vrouw is. Dat geldt ook voor de vrouw met de piemel. Kom je uit zo'n toilet, dan weet je meteen dat die vrouw een piemel heeft. Zit zij daar zelf op te wachten? Denk ut nie! Grote kans dat er een idioot rondloopt die meteen stennis maakt. Want dat soort mensen heb je: van die types die denken dat God alles in de peiling had, toen hij creëerde. Flauwekul natuurlijk, maar zie het maar eens uit die bekrompen hoofden te krijgen.
    Nou is mijn toilet thuis wel genderneutraal. Teveel vind ik. Er zou een pissoir moeten komen, zodat die piemels niet meer de volledige omgeving bespatten. De narigheid is namelijk, dat ik als vrouw des huizes die smeerzooi altijd moet schoonmaken. Dus wat ik vrouwen met piemels aanraad is, om wel te gaan zitten tijdens het plassen. Dat is voor mij een stuk prettiger. Mannen zonder piemels zijn natuurlijk geen probleem, die moeten wel zitten. Als die blijven staan, dan is het hek van de dam, maar dat weten ze zelf ook. Ze zijn niet achterlijk, niet idioot, niet verkeerd en niet smerig. Ze zijn gewoon in een verkeerd jasje geboren. Gelukkig is dat mij niet overkomen. Dat heeft me veel ellende bespaard. Ik speelde wel met poppen enzo, maar ik vond mecano nog veel leuker. Mijn vader vond dat prima, want zijn zoon bakte er niets van. Die gebruikte de lange latjes als afscheiding voor de weg voor zijn dinkytoys, als de knijpers op waren.
    Ik vind wel, dat het gezeik (we hebben het toch over pissen) over die genderneutrale toestanden eens afgelopen moet zijn. Steeds weer komt er iemand met zo'n invoelend jank verhaal, waarbij dan foto's worden geplaatst die ik helemaal niet kan plaatsen. Hoerig verkleede mannen of travestieten, alsof iedere transseksueel (want om hen gaat het toch?) een soort kermisattractie is. De meesten willen volgens mij niet opvallen, want ik zie ze nooit! Misschien heb ik toch wel een transgender in mijn vriendenkring, je weet nooit, maar dan een die zo vrouwelijk of mannelijk is, dat het me nooit is opgevallen! Ach, wat kan het schelen! Het gaat mij om de mens, niet om wat zhij (oorspronkelijk) was, maar dat zhij (zag is laatst ergens geschreven, mooie vondst!) aardig is en ogen heeft die niet liegen. Iedereen mag toch zelf bepalen of zhij hij of zij is?