De evolutie is een interessant gegeven. Ik zat meteen met de vraag, of het denkvermogen van de mens en zijn kennis ook invloed hebben op de evolutie. Niet in combinatie met bijvoorbeeld de medicijnen die wij hebben uitgevonden waardoor wij langer blijven leven, of de wetenschap dat bepaald voedsel beter is dan het andere, maar puur het denken. Neem bijvoorbeeld godsdienst.
Er was een tijd dat de mens niets wist van zijn afkomst, niets wist over DNA, niets wist over de evolutie. Waar kwam hij vandaan en waar ging hij naartoe? Geloof in een hiernamaals (overal op de wereld te vinden) en een God was normaler dan atheïsme. Sinds Darwin weten we wie en wat we zijn en hebben veel mensen een hard hoofd in een God en een hiernamaals. We maken deel uit van de natuur, evolueren en zullen tot stof wederkeren, net als dier en plant. Ook voor wie nog steeds in een God gelooft, is de invloed van het atheïsme minstens zo groot, dat twijfel kan toeslaan.
Voor rotsvast geloof komt dan een angst in de plaats. Die angst heb ik op veel manieren om me heen gezien, maar die werd pas herkenbaar na een ernstige ziekte. Een paar voorbeelden. Een man heeft zijn leven lang last van zijn maag en is bovendien een behoorlijk hypochonder. Op zijn 69ste komt zijn grootste angst uit: hij heeft angina pectoris, net als zijn vader en opa, die eraan stierven. De man sterft echter niet. Hij krijgt vijf bypasses en wordt uiteindelijk 85. Vanaf zijn 69 ste jaar heeft hij bovendien nooit meer last van zijn maag gehad en behalve dat hij zijn hartslag goed in de gaten hield, heeft hij nooit meer gefantaseerd over enge ziektes. Hij had zijn enge ziekte gehad en die overleefd. Een vrouw die eeuwig kwalen had, van migraine tot darmopstoppingen, er was altijd wat. Rond haar 50ste krijgt ze borstkanker, maar gelukkig, ze geneest. Sinds haar operatie heeft zij nooit meer klachten en voelt zich prima. Ze is opgewekt en geniet van het leven.
Ja, ik moet natuurlijk met meer voorbeelden komen, maar dan wordt het zo'n lang verhaal. Waar ik naar toe wil is, dat de menselijke angst om ziek te worden en dood te gaan kennelijk verdwijnt op het moment dat die ziekte er is. Dan slaat de angst om in het gevecht om te blijven leven. En dan ook weet men waartegen men vecht. Er is duidelijkheid. Gezond zijn is daarmee in feite ongezonder dan ziek zijn, want inmiddels is al bewezen dat stress en angst een slechte uitwerking hebben op onze lichamelijke gesteldheid, op hart en bloedvaten en zelfs kankercellen kunnen aanzetten om zich te vermeerderen.
Mensen die actief een gevecht leveren voor een gezond lichaam zijn wellicht niet beter af dan mensen die alles gelaten op zijn beloop laten, want het gevecht zelf kan in het kader van de angst worden geplaatst, terwijl de gelatenheid juist laat zien dat iemand die niet heeft. En is het niet beter om onze kinderen weer met een God op te voeden, om hun angsten tot het mimum te beperken? Je kan nog verder gaan: in het kader van de natuurlijke selectie zou het aantal angstloze mensen op den duur steeds groter moeten worden en de mensheid overheersen. Dat kunnen dan bijvoorbeeld de rokers, drinkers of dikke mensen zijn, maar weer niet als je door stress rookt, drinkt of teveel eet.
Een ding staat vast: behalve als men de adrenaline nodig heeft om te vluchten of te reageren op een gevaarlijke situatie, is angst een kwalijke factor voor ons lichamelijk welzijn. Een constant verhoogd adrenalinepeil (stress) leidt tot ziektes. Wat dat aangaat kan ik alleen maar zeggen: wat moet komen komt toch wel, of je er nu bang voor bent of niet. En dus, wees niet bang, want dan komt het nog sneller.
No comments:
Post a Comment