17.10.12

Geachte heer Opstelten


Geachte heer Opstelten,

In Nederland wordt veel gepraat over de bescherming van de privacy van burgers, een recht, volgens velen. Dat recht verplichtte mij ertoe te accepteren, dat de inbreker die mijn huis met bloed besmeurde en er met mijn kostbaarheden vandoor ging, niet kon worden opgepakt. De EHBO afdeling van het ziekenhuis mocht zijn persoonsgegevens niet doorgeven aan de politie.
Dat recht voorkomt echter niet, dat de bankgegevens van mijn studerende dochter zonder haar toestemming worden bekeken, om te bepalen of zij in aanmerking komt voor kwijtschelding van rioolheffingen, zelfs nog voor zij de kwijtschelding zelf had aangevraagd. Nee, zij komt er niet voor in aanmerking, want zij heeft geld op haar rekening staan. Dat zij daarvoor naast haar studie keihard heeft gewerkt, om het volgende studiejaar niet in de problemen te komen (zij zou een extra zwaar jaar tegemoet gaan en zou minder kunnen werken), deed niet terzake.
Dit is een systeem, dat uitgaat van de slechtheid van de mens. Argumenten als 'de brave burger heeft niets te vrezen' gaan niet op. De brave burger heeft alles te vrezen, met name omdat zijn argumenten om een bepaalde situatie te verklaren per definitie als onwaar worden opgetekend. De bewijslast ligt niet langer bij de aanklager, maar bij de aangeklaagde. Daarmee gaat Nederland voorbij aan de basis van ons rechtssysteem en de bescherming van de privacy.
Eveneens wordt vergeten, dat de 'uitvoerende macht' ligt bij mensen, ambtenaren, die willekeurig te werk kunnen gaan, afhankelijk van hun opleiding, hun inlevingsvermogen en wellicht hun halsstarrig gelijk.
Inbreken in computers van burgers zal leiden tot een volgende stap in de verkeerde richting. Mijn computer is mijn prive domein, zelfs binnen mijn eigen gezin, zelfs al heb ik niets te verbergen en ben ik als mens een open boek. In dat domein heeft de overheid niets te zoeken.

No comments:

Post a Comment