9.10.12

Nahla

Tijdens haar lange vlucht te voet uit Irak verloor ze in de woestijn een kind. Via allerlei omwegen in Europa kwam ze uiteindelijk in Nederland terecht en woont hier nu al jaren, met haar man en vijf kinderen. Nahla. Ze is nu Nederlandse, een kleine, stevige vrouw van 42. Ze is net aan haar knie geopereerd en loopt met krukken. Veel verschil maakt het nog niet met een half jaar geleden, toen ze net zo moeilijk liep vanwege de pijn.
   Koffie met gebak, ook al ben ik aan de lijn en zou het voor haar ook beter zijn zonder, maar koffie alleen zet je een vrouw uit die contreien niet voor. Dan zou ik me wezenloos schamen, want bij haar wordt al het lekkers uit de kast gerukt, zodra er bezoek komt.
   ´Mijn man mist Irak wel,´ zegt ze, ´want hier is niemand op straat.´ Toen ze met de bus naar haar eerste woninkje in Nederland werd gebracht en in de straat aankwam, vroeg ze aan de tolk waar alle mensen waren gebleven. Hij vertelde dat die in hun huizen waren en op hun werk, en kinderen op school. In het half jaar daarna zag ze nog maar weinig beweging op straat. Niet zoals in Irak, waar iedereen zich op straat begeeft en waar buren bij elkaar overlopen. Met lekkers, of met eten. Wij doen van alles samen en delen alles. Dan heeft de een een lekkere maaltijd, dan de ander weer. We helpen elkaar. Als iemand geen rijst heeft, dan krijgt hij dat van de buren, en de volgende keer is het weer andersom. Ze begrijpt wel dat het weer hier de grootste boosdoener is. ´Maar jullie zijn het daarom ook niet gewend, dat is wel jammer.´
   Ze vertelt dat het weer steeds slechter gaat in haar land. ´De vorige heerser is nu weg en dan hoop je dat het beter wordt, maar nu zijn andere groepen weer met elkaar aan het vechten. Het wordt steeds erger.´ Ik vraag haar wat volgens haar de oplossing is. De Amerikanen weer terug? Het maakt haar en zoveel andere Irakezen niet uit of die er wel of niet zijn, als er maar rust is. Soenieten en Sjiieten? Ze begint hard te lachen: 'Ik ben sjiiet, geloof ik, maar 85% van de bevolking weet het verschil niet en weten ook niet waar de strijd over gaat. Toen ik in Irak was vroeg ik mijn man, wat ik moest zeggen als ze mij daarnaar vragen, want als ik het een antwoord dan ben ik dood, maar als ik het andere antwoord ook. Hij zei, dat ik moet doen alsof ik niet kon praten. De strijd wordt gevoerd door machthebbers, slechte mensen, die een reden voor hun oorlog moeten hebben. Wij burgers staan daar helemaal buiten.'
   We hebben het even over het leven in een dorp in Irak. Ze vertelt dat zij niet uit een klein dorp komt, maar een redelijke grote plaats. Irak zou een rijk land kunnen zijn met al zijn olie, maar niets van dat geld gaat naar de bevolking. Haar moeder heeft nog steeds maar een paar uur water per dag. Dat wordt verdeeld over meerdere plaatsen en iedere zoveel uur is een andere plaats aan de beurt. Elektriciteit is er ook mondjesmaat. De overheid doet er niets aan. In de dorpen moeten kinderen na de derde klas van school om te werken. Er moet geld verdiend worden, anders is er te weinig eten. Vaak kunnen ze dan nog niet lezen en schrijven. Ouderen hebben geen pensioen. Op latere leeftijd wordt je onderhouden door je kinderen.
   'De Islam is niet slecht. Mensen zijn slecht. Die gebruiken de Islam als excuus, maar de gewone bevolking vindt het helemaal niet erg of iemand wel of niet gelooft of in iets anders geloofd. Als mensen maar aardig en oprecht zijn. Wij zijn net als de christenen hier, wij geloven gewoon in God, maar niet extreem. De een doet er ook meer aan dan de ander, net als hier in Nederland.' Nahla wrijft over de pijnlijke knie in haar spijkerbroek en schikt vervolgens haar sjaaltje.
   Ik vraag haar naar het beroep van haar man. 'Hij was schoonmaker, maar is nu afgekeurd.' Maar wat deed hij in Irak? 'Hij moest op zijn achttiende in het leger. Dat moesten alle jongens. Hij was altijd militair en moest zolang hij in Irak woonde altijd vechten. Hij heeft geen beroep kunnen leren. Wel saai hoor,' zegt ze dan. Ik begrijp wat ze bedoelt. Soms pakt ze de verkeerde woorden en je zal haar nooit verschrikkelijk of vreselijk horen gebruiken. Het overlijden van haar kind noemt ze verdrietig, triest, en als je doorvraagt hooguit 'wel swaar'. Maar haar verhaal is hartverscheurend. Net als het oorlogsverleden van haar man, die aan PTSS lijdt en pas nu hulp krijgt.
   Nahla is altijd vrolijk. Ja, ze mist Irak wel om de gezelligheid van de buurt, de mensen op straat, het overlopen naar de buren, maar het Nederlandse klimaat vindt ze geweldig. 'Ik kan helemaal niet tegen die hitte in mijn eigen land. Mijn man wel. Die vindt het hier maar koud.'

No comments:

Post a Comment