25.7.12

Oma 1

Oma Reina in 1930, 34 jaar

Blij als ik met mijn huwelijk ben, trouwde ik vanochtend vroeg opnieuw met Ernst. De genodigden waren deze keer voornamelijk familieleden 'uit vroeger tijden'. Je kent dat wel, de mensen die je doorgaans alleen op de crematie van een oudtante tegenkomt. Grappig te weten, dat je nog zoveel familie hebt. Sommigen herken je nog, anderen zijn verdacht veel op dode vaders en moeders gaan lijken.
     Tussen de genodigden bevond zich mijn oma. Ik was ontzettend verbaasd, want zij was, meen ik zeker te weten, toch gestorven toen ik een jaar of veertien was. Het was mijn lievelingsoma en ik haastte me dan ook naar haar toe. Maar vriendelijke woorden kreeg ik niet. Ze verweet me, dat ze op mijn vorige huwelijk niet was uitgenodigd en op dit huwelijk ook weer niet. Je kan dan moeilijk zeggen Maar ik dacht dat je dood was, dus ik beperkte me tot Ik wist helemaal niet meer waar je woonde! terwijl ik mezelf telkens hard in de arm kneep. Dan zien broer en zus mij met haar praten en komen naar ons toe. Zij gedragen zich naar oma toe heel normaal, maar ik vang zo nu en dan hun vragende blikken op. Ook mijn zus zie ik in haar arm knijpen.
     Als oma door een tante wordt meegesleurd naar een groepje andere oudjes, kijken Arie, Wilma en ik elkaar verbaasd aan. Wat moeten we hiermee? Ik vind het wel prima, zeg ik, maar ze is in al die jaren wel onvriendelijk geworden hoor. We vragen ons af waar ze al die tijd heeft rondgehangen. Dan schiet me me te binnen, dat we pa ook twee keer hebben moeten begraven. Die begon in zijn kist ineens te ademen. Gelukkig konden we hem eruit halen, voor hij er erg in had, dat hij werd begraven. Wij hebben hem toen in een rolstoel gezet en net gedaan alsof er niets was gebeurd. Mijn moeder was daar destijds niet blij mee. Ze had een goede kamer in een verzorgingshuis gekregen en ineens moest pa daar ook weer bij. We bespraken nog wel met haar, hoe we hem dan het loodje konden laten leggen, maar zover wilde ze niet gaan. Uiteindelijk stierf hij toch, een paar maanden later. Doodsbang dat hij weer zou opstaan uit die dood, hebben we hem nog lange tijd boven de grond gehouden.
     Misschien zit het in de genen? opper ik. We besluiten het toch eens aan oma te vragen. Twaalfeneenhalf jaar! roept oma boos. Jullie hebben me twaalfeneenhalf jaar laten stikken! Volgens mij zijn het er inmiddels veertig, maar dat houd ik angstvallig voor me. Op een gegeven moment kon ik niet meer op mijn zij liggen, omdat mijn benen dan niet meer mee gingen. Dat was een ontzettend rot gevoel. Ik stel me haar als skelet voor en kan me zo voorstellen dat je zonder vlees die benen inderdaad niet meer mee krijgt. Hét bewijs, dat ze inderdaad dood is geweest!
     Als we haar na het feest, vooral uit nieuwsgierigheid (want vanwege haar vriendelijkheid hoeven we het niet te doen), thuisbrengen, dan treffen we haar huis aan zoals het altijd was. Dit moet genetisch zijn, zeg ik nog eens. Die gedachte doet me sidderen.
     Wat ik nou niet begrijp is, dat je onbeperkt veel en hard in je arm kan knijpen, maar dat dat geen enkele soelaas biedt. Volgens die knijperij was ik volkomen wakker, maar toen ik wakker werd, bleek dat ik toch had geslapen. Welke onverlaat is op het idee gekomen om armpje te knijpen en wie bedenkt er eens iets anders om dromen in de droom te herkennen? Dan had ik oma niet thuis hoeven brengen en de borrel na mijn huwelijk niet gemist.

No comments:

Post a Comment