3.5.12

Tien jaar na Pim Fortuyn

Ik lees net in mijn 'Groene' dat 6 mei 2002 bij de meeste Nederlanders als de dag van gisteren in hun geheugen staat gegrift. Ik behoor niet tot die Nederlanders. Dat ik weet wat er op die dag gebeurd is komt, omdat kranten, tijdschriften en andere media ons al dagen, misschien wel weken, overstelpen met herinneringen aan 'de politieke moord' van Nederland. Ik kan er niet omheen, onderdoor, achterlangs.


     Nee, ik weet niet waar ik was, toen Fortuyn werd vermoord en nee, ik was geen treurende Nederlander. Ik was de verbaasde Nederlander, die de moord weliswaar als volkomen onzinnig en onrechtvaardig beoordeelde, maar tegelijkertijd stomverbaasd was over de enorme heisa, die deze daad op gang bracht. Ik begreep niet dat mensen, die de man nog nooit hadden ontmoet, huilend de straat opgingen. Ik begreep niet waarom een vriend van ons met bloemen en tranen naar zijn graf ging en ik begreep niet, waarom deze moord zoveel erger was, dan al die andere moorden hier in Nederland.
     Ik zag de moord ook niet als een politieke moord. Het was een moord op een bekende Nederlander. Maar voor mij waren en zijn bekende Nederlanders niet meer waard dan onbekende Nederlanders. De waanzin van de moordenaar, zijn kaliber, deden ook helemaal niet denken aan een politieke moord, maar gewoon aan de zoveelste waanzindaad, waarvan we er later nog vele (en ergere) hebben zien volgen in Nederland en daarbuiten.


     Voor mij was Pim Fortuyn een charlatan, een narcist en snob. Een rijke lul, die met populisme een mensenmassa wist te bewerken voor zijn eigen eer en glorie. Een massa, die hij diep in zijn hart minachtte om hun gebrek aan eruditie, datgene waar zijn hele wezen prat op leek te gaan.
     Politiek gezien stelde de man niets voor. Ik kan mij nog herinneren, dat ik me tijdens ieder interview zat te ergeren aan het feit, dat hij nergens een zinnig antwoord op kon geven, de hete brei omzeilde of met een wedervraag zijn snor drukte. Op andere momenten gooide hij de deur dicht. Maar Nederland leek te vallen voor de theatrale acteur (ja, dubbelop). En toen het theatrale hoofd zelf viel, was de martelaar van het volk geboren. Theo van Gogh had het zelfs over een heilige.
     Nu zou ik me moeten bezighouden met 'de erfenis van Pim'. Welnee, geen erfenis. In zijn kielzog zijn een aantal nieuwe populisten opgestaan, want wat hij niet kon afmaken en zijn LPF om zeep bracht, kon een ander oppakken. Kiezers zat om een plaats in Den Haag te veroveren. Opportuun gedrag van zielige mensen, die macht ambiëren. Een macht waar ze vervolgens niet mee om kunnen gaan, zonet bewezen door Geert Wilders. Macht die hij alleen in stand kon houden, zolang hij alleenheerser was in zijn partij (dank aan de recente dissidenten) en zolang hij geen verantwoordelijkheid hoefde te nemen voor minder prettige beslissingen.
     Pim Fortuyn is voor mij dood. Ik had hem absoluut een natuurlijke dood gegund, maar een gek dacht daar anders over. Dat hij martelaar is geworden van de zielige bange Nederlander, was eigenlijk wel te voorzien, maar is me nog steeds een enorm raadsel.


     Laten we Geert Wilders in godsnaam in leven houden, want anders krijgen we er nog een. Dan moeten we eerdaags nog een kerk oprichten voor de gewezen katholieken, die de kruistochten weer tot leven hebben gebracht.

No comments:

Post a Comment