26.10.13

Hoera, u heeft burgerparticipatie gewonnen!

José Huzen, Kees Verhaar en Saskia Keereweer, verbonden aan JSO Expertisecentrum (Jeugd, Samenleving en Ontwikkeling), schreven het boek 'Stuurmanskunst op moreel kompas'. In mijn krant vandaag een stukje boek en meer hoef ik ook niet te lezen. Het eerste wat mijn kop dacht was: Ga vrijwilligerswerk doen ofzo.
   De schrijvers bepleiten een andere aanpak ten aanzien van de participatiemaatschappij, waarvan de norm nu wordt bepaald door politiek Nederland. Maar, schrijven zij, die norm zou de burger van Nederland zelf moeten bepalen. Dat doen zij met zinnen als "Dat is te bereiken met het civiele gesprek. Dat gesprek is erop gericht de maatschappelijke visie en de (politieke) idealen niet alleen onder woorden te brengen, maar ook te vertalen naar concrete keuzes in het dagelijks als gemeenschap samen leven, wonen, werken en recreëren. Het is daarbij een geweldige kans dat de gemeente verantwoordelijk wordt voor het gehele sociale domein (...). Kortom, wij bepleiten, dat burgers de kans krijgen zelf de toon te zetten. Het is aan de bestuurder om zich dienstbaar op te stellen, ruimte te maken voor zo'n gesprek en mensen de kans te geven een bijdrage te leveren."
   Dit soort taal kom ik regelmatig tegen. De politiek en de zorg zijn ervan doorspekt. Als er een verandering op stapel staat, dan worden alle mogelijke negatieve effecten daarvan omgetoverd tot 'kansen'. Maar hoe zit dat nou met kansen? De kans dat je een ton wint is minimaal, de kans dat je geen kanker krijgt maar 50% en de kans dat je slaagt alleen groot als je je rot hebt gewerkt. De decentralisatie van zorg een kans voor de gemeente? Jawel, een rotkans. Wat de centrale overheid met 100% middelen deed in bijvoorbeeld de jeugdzorg, moeten gemeenten in 2015 met, nu geschat, 85% van die middelen doen. Bedenk zelf maar hoe groot de kans is dat dat goed gaat. De 'civiele discussie' is al lang aan de gang, want iedereen ziet met angst en beven deze zware verantwoordelijkheid op zich af komen. Het merendeel van de bijeenkomsten die ik bijwoon gaan over de decentralisaties, de kantelingen, de bezuinigingen, georganiseerd door zorg-organisaties. En de 'vertaling' van die discussies is voortdurend hetzelfde: Als we nou zorgen dat er minder mensen in de zware (=dure) zorg terecht komen, dan kan er bezuinigd worden. Dus: vroegtijdig signaleren en wijkgericht hulp verlenen. We hopen er maar het beste van.
   Ik zie liever een boek verschijnen, waarin het beleid van deze regering kritisch wordt bekeken. Hoe groot is de waanzin, om decentralisaties uit te voeren en al op voorhand te bezuinigen? Voor de duidelijkheid: uw hulp wordt betaald door A, maar volgend jaar wordt die betaald door B. Verandert er iets aan de hulp die u nodig heeft? Nee. Waarom dan wel aan het bedrag? Het gevolg is, dat u gewoon minder hulp krijgt. Kunt u toe met minder hulp? Nee? Dan heeft u vast nog wel ergens een familielid rondlopen, die u wil helpen! En zo niet, u heeft toch wel buren? Zo heeft Rutte-II dat bedacht. De schrijvers hierboven noemen dat een 'kans' voor de gemeenten. Een kans om op je bek te gaan, ja. Wie wordt er zo meteen aansprakelijk gesteld voor alles wat verkeerd gaat? De wethouder zorg, maar die kan er ook niets aan doen. Die heeft rechtstreeks of via de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) al steen en been geklaagd en ongelijk gekregen. De kans dat er na de overgang van rijk naar gemeenten een bezuiniging kan worden gerealiseerd in de zorg is 0. Je kan niet zomaar mensen uit hun zorgprogramma halen. Doe je dat wel, dan ben je heel slecht bezig. Op z'n vroegst is dat (ten dele) te realiseren in 2017 of 18 en dan moet die 'vroegtijdige signalering' wel werken. Wat nou als blijkt, dat er al vroegtijdig wordt gesignaleerd, als er niet preventiever te werken is dan nu het geval is?
   Ik ben geen tegenstander van de decentralisaties. De gemeente staat dichter bij de burger dan het rijk, maar als je een systeem omgooit, dan zorg je eerst dat het nieuwe systeem functioneert en vervolgens laat je het systeem zelf bezuinigingen door efficiënter te werken. Misschien met wat minder 'civiele gesprekken'.
   Waar ik nog steeds geen enkele fiducie in heb is een grotere burgerparticipatie binnen de zorg. Ik ben van mening, dat een ongelooflijk groot aantal burgers al volop participeert in de verzorging van hulpbehoevende ouders, zieken en gehandicapten. De mensen, die dat nu niet doen, zullen dat ook in de toekomst, om wat voor reden dan ook, niet kunnen of willen. Is er geen liefde, dan is het ondenkbaar dat kinderen hun ouders verzorgen. Die zorg zou elke keer weer met tegenzin worden gegeven en leiden tot steeds meer ergernis en conflicten over en weer. De zorg van familieleden voor gehandicapten heeft ook een andere kant, juist als er sprake is van veel liefde. Zo moet de moeder van een verstandelijk gehandicapt kind werkelijk moeder kunnen zijn en niet een verpleegkundige. De jarenlange druk en de enorme tijd die de totale verzorging van het kind vergt gaat op den duur ten koste van de relatie. De zorg moet haar op een bepaald moment uit handen genomen worden en zij moet daarna een normale moederband met haar kind kunnen onderhouden. Een mens kan niet een leven lang zichzelf wegcijferen. Hetzelfde geldt voor partners van langdurig zieken en voor kinderen van hulpbehoevende ouders. Nu, nog voor de decentralisaties, ken ik een aantal mensen in mijn directe omgeving die volkomen klem zitten in hun zorgverplichting, omdat de patiënten een te zwaar beroep op hen doen en hulp van buitenaf resoluut weigeren. Ik zie het ten koste gaan van hun eigen geestelijke en lichamelijke gezondheid. Als deze vorm van hulp wordt gestimuleerd en normaal wordt gevonden door de overheid, dan kan dat alleen maar resulteren in nog meer zorg aanvragen.
   José, Kees en Saskia willen mensen 'een kans geven een bijdrage te leveren'. Uit welke wereld komen die drie? "Mevrouw Jansen, u bent de gelukkige winnaar van deze week: u mag uw buurvrouw pamperen!"
   Een algemene norm ten aan zien van burgerparticipatie is niet te stellen. Net zomin als er een norm te bepalen is als het gaat om liefde en geestelijke of lichamelijke belasting. Ieder individu moet zijn grens zelf bepalen. En zelfs dan is het de vraag, of de grens niet zal worden overschreden.

No comments:

Post a Comment