25.9.12
Haren
Geachte heer van 84,
Ik richt mij tot u, als slachtoffer van de rellen in Haren. Het spijt mij bijzonder, dat u, op uw leeftijd, nog op deze wijze getuige heeft moeten zijn van de waanzin van deze tijd. Van uw twaalfde tot uw zeventiende jaar heeft u moeten leven met een vijand, die over het algemeen zichtbaar was. U wist dat deze bestond en dat stelde u en uw familie in staat daar rekening mee te houden. Maar natuurlijk, zelfs met die wetenschap bleef het leven gevaarlijk, want de vijand was overal.
Afgelopen vrijdag werd u geconfronteerd met een volkomen onzichtbare vijand. Een vijand waarvan u het bestaan niet wist. Het venijn van de onzichtbaarheid en dus de onvoorspelbaarheid, alsook het ontbreken van enige reden, moet verschrikkelijk zijn geweest.
Men denkt, beweert, dat dit om uitwassen gaat, om een handjevol idioten, die elkaar opstoken en over grenzen gaan, maar wereldwijd stikt het van deze mensen. Mensen die zonder enige reden overgaan tot geweld, hun agressie botvieren op onschuldige mensen en geen respect hebben voor een ander of voor diens overtuiging.
Het is diep treurig, dat ook Nederlanders tot deze groep behoren. Wij wonen in een land, waar leerplicht geldt en waar iedereen vrijwel dagelijks wordt geconfronteerd met zaken als vrijheid en tolerantie. Onze bevolking is opgeleid en niet, zoals op andere plaatsen in de wereld, ongeletterd en slecht geïnformeerd. De inhoud van die informatie, maar ook onze jaarlijkse herdenking op 4 mei en de boodschap die deze uitdraagt, gaat kennelijk voorbij aan velen.
Wij hebben ons na 1945 afgevraagd, of wij als volk net zo manipuleerbaar konden zijn als het Duitse. Nu kan ik daar een antwoord op geven: Ja. Als het mogelijk is, om in een paar dagen duizenden mensen op de been te krijgen in Haren, dan zijn er maar een paar jaar nodig, om de helft van het volk te overtuigen van het bestaan van een fictieve vijand. De andere helft volgt onder dwang.
Het individualisme viert hoogtij als het gaat om economische belangen, maar helaas blijft de mens op iedere ander vlak een kuddedier. Het enige wat ik nog kan hopen is, dat datzelfde individualisme nog verder zal doorslaan, zodat het ons kan behoeden voor herhalingen van de rellen in uw woonplaats. De hoop dat dit zal gebeuren door inzicht en wijsheid is na 67 jaar volstrekt ijdel.
Ik wens u het allerbeste toe, mijnheer van 84.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment