Vannacht was de heibel compleet. Aan de overkant woont een hondje, dat klinkt als Ventje. Blaffen doet hij of zij helaas nog vaker dan Ventje en soms onophoudelijk. In de relatieve rust van de avond lijkt het alsof de hond in onze tuin zit.
Relatieve rust is gebaseerd op het moment, dat de imam rust, de bevolking zich opmaakt om naar bed te gaan of al is gaan slapen (inclusief de dorpsomroepster, die via microfoons een keer of drie per dag een boodschap uitschalt, waar wij niets van begrijpen) en de kippen hun stok hebben gevonden. Het verkeer stopt niet. Göcek is een gezellig dorp met veel horeca-gelegenheden, dat een behoorlijke aantrekkingskracht heeft op de dorpelingen uit de omgeving. Ja, natuurlijk, allemaal jonge mannen. Die jonge mannen hebben net als veel mediterrane jonge mannen al decennia voor hen een hang naar enorm macho gedrag. In de jaren tachtig was Turkije daar nog van gevrijwaard, maar rot gedrag doet op den duur overal zijn intrede.
Zo stil als het dorp en onze boulevard decennia geleden nog waren, nu wordt de Atatürk Bulvar gebruikt als racebaan door de macho. Behalve 'speeding' met soms wel 100 km per uur (hier zijn de Nederlandse versmallingen van wegen om dat tegen te gaan nog niet ontdekt), is de claxon eveneens een favoriete uiting van de mannelijkheid. Hoe meer tonen, hoe beter. Midden in de nacht met 100 km zo'n toeter laten horen, lijkt het bewijs van een hele grote lul. Maar omdat de weg zo is uitgereden met die snelheid, wordt aan begin en eind gekeerd en herhaalt het spektakel zich om de paar minuten. Is de macho niet in het bezit van een auto, dan is de brommer, waarop geen begrenzer zit, de aangewezen lulverlenger. Als de uitlaat bij aankoop geen herrie maakt, is daar zo een oplossing voor gevonden.
Het stadium waarin deze zielige, aankomende mannetjes verkeren lijkt op Italianen en Spanjaarden uit de vorige eeuw. Het is niet de Turk, zoals ik hem leerde kennen toen ik nog jong was. Die liep met een vriend op mij en mijn zus af, schudde ons de hand en zei, dat hij ons erg mooi vond. Daarna vervolgden we gevieren lachend onze eigen weg in Istanbul 1987. Ik hoop oprecht dat de jonge mannen uiteindelijk toch zullen uitgroeien tot de volwassen Turk zoals ik hem ken: fatsoenlijk, uitermate vriendelijk, behulpzaam en respectvol. Of is hier ook van een kentering sprake en wordt de Turk uiteindelijk de Spanjaard of de Italiaan, waaraan ik beide zo'n ontzettende hekel heb. Mannen die zichzelf geweldig vinden, die kwijlen en plakken, obceen gebaren en 'nee' nooit hebben begrepen. Ik zag het in Griekenland gebeuren, nog voor de eeuwwisseling. Allerminst charmant.
De herrie op de Atatürk Bulvard is de reden, dat wij toch zullen zoeken naar een ander huurhuis. Zolang Turkije nog geen snelheidscontroles uitvoert en claxonneren onbeperkt mag, de overbuurhond Ventje voortdurend blijft nabootsen in het midden van de nacht en de haan aan de overkant geen weet heeft van wanneer het werkelijk ochtend is, verwacht ik geen verbetering. Die hond en die haan zijn net de druppel natuurlijk...gek op honden en hanen.
No comments:
Post a Comment