Showing posts with label discriminatie. Show all posts
Showing posts with label discriminatie. Show all posts

14.8.17

Kleurenblind

Het interview met Iris van Lunenberg in de Volkskrant van vandaag is voor mij een enorme verademing. Eindelijk lees ik over een bruine vrouw, die amper racisme meemaakt. Ik denk direct, dat het toch niet zo kan zijn, dat zij de enige bruine persoon is in Nederland, die aan deze narigheid ontkomt. Het is prettig om uit haar mond te horen, dat haar kleurgenoten vaak zelf vooroordelen hebben als het gaat om gemengde relaties of de zogenaamde 'witte' onderwerpen waar zij over schrijft. "Hoezo kan een onderwerp 'wit' zijn?" vraagt ze zich af.

Donker, blank, wit, zwart...het zijn voor mij woorden die er in feite niet veel toe doen, behalve dat ik de donkere huid het liefst zou duiden als 'bruin' in allerlei facetten. Blank is ook geen juiste aanduiding voor de westeurpese huidskleur. Bij mijn acrylverf staat een potje 'poeder roze', waarvan een veeg op mijn hand niet zou opvallen. Ik houd het dus op bruin en roze, net als het 'pinkskin' van de Andorians in Star Trek. Misschien is het de schilder in mij die, als ik dan toch kleuren moet duiden, van een juiste kleuraanduiding houdt. Ik doe niet veel aan dat benoemen, omdat de kleur van de huid, net als de vacht van een hond of kat, vrijwel niets zegt over het zoogdier in kwestie. Is een zwarte kat liever dan een witte? Hooguit geeft de tekening aan, tot welk ras hij behoort, maar dan nog zegt het niets over zijn intelligentie en zijn karakter.

'minder kans op huidkanker'

    Een bruine huidskleur van mensen is voor mij niet meer dan een bruine huidskleur. Ik kan me niet voorstellen, dat welk mens dan ook op deze wereld anders is dan ik. Natuurlijk, uiterlijken verschillen, culturen verschillen, religies verschillen. De een is hoogbegaafd, de andere heeft een verstandelijke beperking en daar tussenin zijn alle grijswaarden te vinden. Met het 'anders zijn' bedoel ik de 'ik' van de mens in het algemeen. Ieder mens op deze wereld heeft dezelfde behoefte, namelijk een goed leven. Voedsel, een woning, werk, familie en vrienden, veiligheid, respect en perspectief.
    Een roze mens vindt het niet leuk aangevallen te worden op zijn voorliefde voor een bruine partner. Het is namelijk vaak zo, dat mensen juist dat mooi vinden wat ze zelf niet zijn. Omgekeerd geldt hetzelfde. Het is niet voor niets, dat blonde meiden tijdens hun vakantie de avances van de donkerder zuiderlingen niet kunnen weerstaan. Het is zo verschrikkelijk simpel en daarom zo ontzettend jammer dat hier allerlei andere argumenten achter gezocht worden. Dan galoppeer je voorbij aan de biologische factoren die meespelen in het kiezen van een partner, hetgeen zich in eerste instantie via het oog afspeelt: aantrekkelijk of niet? Vermenging heeft in de evolutie vrijwel altijd geleid tot sterkere soorten met meer mogelijkheden om gevaren te doorstaan. Zo zou je alleen al kunnen stellen, dat het kind van een bruine man en een roze vrouw minder kans op huidkanker heeft dan de moeder. Natuurlijk heeft de voorkeur voor dat wat je zelf niet bent een reden in de evolutie van de mens. We zoeken onbewust altijd naar een versterking en verbetering van ons soort, die door vermenging van genen plaatsvindt. En iedereen weet dat inteelt, in afgelegen gebieden en op eilanden, niet bevoorderlijk is voor het nageslacht. Denk alleen al aan genetische afwijkingen.

'waarom het voortdurend benoemen van kleuren?'

    Het interview met Iris bevestigt mijn idee, dat het met racisme in Nederland wel meevalt. Wij zijn ook al zo lang gewend aan bruine mensen in onze samenleving. Maar waarom dan nog steeds die enorme discussie, die klachten, de pietenpraat, het voortdurend benoemen van kleuren? Gaat het überhaupt wel om kleur of gaat het om iets heel anders? Speelt er niet hoofdzakelijkheid een minderwaardigheidsgevoel in plaats van een meerderwaardigheidsgevoel, dat stamt uit vroeger tijden?
    Ik leef temidden van een netwerk, waarin kleur geen enkele rol speelt en discriminatie niet voorkomt. Mensen die over de hele wereld hebben gereisd, die wonen of gewoond hebben in landen waarin hun eigen kleur een uitzondering was. Waar die ook vaak voor problemen zorgde, omdat dat roze gelijk lijkt te staan met 'rijk'. Dat ervaar ik in Turkije zelfs al. Kan dat ook worden bestempeld als een vorm van discriminatie of moet ik dat uitleggen aan de hand van de koers van de euro? Ben ik, omdat ik roze ben, per definitie een islamhater of een heiden? Ben ik moraalloos en wars van andere culturen, zedenloos, respectloos? Moet ik worden gelijkgesteld met westerse vrouwen die topless op een islamitisch strand gaan liggen? Ik word voorgelogen door Turken, die prijzen verdubbelen, artikelen peperduur verkopen als echt merk, zeggen dat de turkse koffie die ik koop dure espressokoffie is, de huur van mijn huis binnen een week met 30% verhogen, die mij maanden van het kastje naar de muur sturen met nonsens over een verbroken internetverbinding en noem maar op. Ik ben de Hollander die ofwel rijk is of niet belangrijk, ook al betaal ik trouw de service. Is het iets dat bij de slimme handelsgeest van dit land hoort of is het specifiek gericht op mij als roze allochtoon? Deels. Er zijn nou eenmaal mensen die deugen en mensen die niet deugen, ongeacht hun huidskleur of komaf. Ik kom meer Turken tegen die uiterst behulpzaam zijn, hartelijk en eerlijk.

'homo erectus, alleen dat onderscheidt hen van een aap'

    De aandacht van de media in Nederland is vooral gevestigd op problematiek. Kranten moeten vol, iedere dag weer, en internet moet steeds verversen. Bovendien moet ieder nieuwsmedium aandacht besteden aan dezelfde items, om niet buiten de boot te vallen. Lezers verwachten telkens veel nieuws, waar ze lekker voor kunnen gaan zitten. Journalisten en columnisten schrijven zich een slag in de rondte, telkens met herhalingen (Trump: president van Amerika en onderzoek naar Rusland connecties, Kim Jong-Un: president van Noord-Korea en superdwaas die..., Erdogan: potentaat sinds de coup die... alsof de lezer het geheugen heeft van een goudvis). Staan er tien mensen te protesteren tegen iets, dan wordt het breed uitgemeten in het nieuws en kunnen we een maand lang de feiten volgen en de opinie tot ons nemen. Wat klein kan blijven, wordt tot enorme proporties opgeblazen door de herhaalde aandacht. Dat geldt ook voor racistische voorvallen, of voor zaken die zo worden uitgelegd. Ruzie tussen roze en bruin is per definitie van racistische aard, al zou diezelfde ruzie ook tussen roze en roze kunnen plaatsvinden. Eén verkeerde politieagent die een bruine BN'er verdenkt van het stelen van zijn eigen auto wordt onmiddellijk geïdentificeerd met een heel corps. En voilá, de hele discussie gaat weer een maand over verkeerde politie.
    Respect. Mensen met een fatsoenlijk brein respecteren andere mensen, ongeacht hun voorkomen, hun afkomst, hun nationaliteit, hun intelligentie, hun geloof. Zo'n mens mag zich homo sapiens noemen. Mensen die daarvan gespeend zijn, mag men wat mij betreft uitschelden voor homo erectus, het enige wat hen onderscheidt van de aap.

29.4.17

Een mentaliteit

Gesprek van de dag is Anousha Nzumes 'Hallo witte mensen'. Ik heb hier in Turkije nog niet de mogelijkheid gehad het te lezen, maar het interview van Sander Donkers met Nzume en het artikel van Elma Drayer (witter kan iemand niet zijn), beide Volkskrant, geven al genoeg stof tot nadenken.
  Ik ben ooit begonnen aan een boek van een Frans filosoof (kan me zijn naam en de titel van het boek absoluut niet meer herinneren) over de 'blanke schuld'. Of en hoe lang wij witten die moeten meetorsen. Is de schuld van onder meer de slavernij nog op ons te verhalen? Hij vond van niet. Ik vind dat ook. Het ontstaan van de mens is een evolutie, begonnen als cel en uitgemond in een wezen, waar ook nu nog veel aan verbeterd kan worden. Of dat gebeurt weten we niet. Als we science fiction mogen geloven kan het twee kanten opgaan: de mens wordt een liefhebbend tolerant wezen of zijn slechtheid vernielt onze wereld. De opvatting van de toekomstige mens over deze tijd zal afhankelijk zijn van zijn eigen verdere ontwikkeling, net als de opvatting van de huidige mens over ons verleden afhankelijk is van de ontwikkeling die hij wel of niet heeft doorgemaakt. De een ziet een bruin/zwart mens nog steeds als minderwaardig, de ander weet inmiddels, dat huidskleur van geen enkele betekenis is. Sterker nog, die weet dat we afkomstig zijn van een zwart continent.
  Sinds de Pietendiscussie staat racisme weer volop in de aandacht. Het wordt ons witten verweten, dat wij absoluut niet weten wat een gekleurd mens allemaal moet doorstaan in zijn leven. Ik kan dat niet beoordelen en zal dat nooit kunnen, omdat ik zo wit ben als een baby. Maar op het moment, dat het verleden mij als schuld in de schoenen wordt geschoven, kom ik in opstand. Tijden veranderen. Wat tientallen, honderden of duizenden jaren geleden normaal was, is het nu niet meer. Heksen verbranden wij niet meer en en masse topless op het strand liggen deed ik nog wel maar mijn dochters absoluut niet. Zo snel verandert normaal in abnormaal en andersom. Schuld ten aanzien van onze voorouders is daarom waanzin. Het is en blijft een rottige geschiedenis, gemaakt door mensen die er nog primitieve gedachten op nahielden. Meer is het niet. Wij zadelen de Afrikanen, de afstammelingen van mensen die hun medemensen uitleverden aan de blanken, ze verkochten als slaaf, ook niet op met die schuld. Er wordt zelfs amper over die rol van het eigen zwarte volk gesproken, omdat ons witten dan zou worden verweten, dat wij de schuld verschuiven.
  Natuurlijk is het vreselijk, dat de Afrikaanse mens ooit werd gezien als een vaardig bruikbaar dier, dat blanken de wereld ontdekten en primitieve volken onderwierpen, misbruikten. Maar gebeurt dat niet nog steeds? Kim-Jong Un behandelt zijn onderdanen niet veel anders en er zijn tal van landen, nota bene op het Afrikaanse continent, waar de burger wordt onderdrukt door een potentaat. Als de corruptie in veel Afrikaanse landen niet zo groot was geweest, was de levensstandaard en de ontwikkeling van veel van die landen veel hoger geweest. Het westen blijft via NGO's ijveren voor de verdere ontwikkeling van veel gebieden in de wereld, maar de tegenwerking van veel regimes is enorm. Men wil geen mondig volk, men wil een gedwee volk, dat stuurbaar is, zonder eigen mening. Zo heeft de Turkse regering besloten, dat de elite zijn mond moet houden en beweerde een minister, dat de werkelijke wijsheid ligt bij het simpele boeren volk. Een universitaire opleiding zou de mens schaden, het land schaden, ideeën creëren die funest zijn. Deze voorbeelden hebben niets van doen met huidskleur, maar alles met macht. Respect voor anderen, op intelectueel of menselijk gebied, is een kwestie van beschaving en helaas is een groot deel van de mensheid nog niet beschaafd.
  In Saint Tropez had Don Bayes te lang in de zon gelegen en was vreselijk verbrand. Mijn moeder verbaasde zich erover, dat een zwarte man kon verbranden, want die huid zou immers goed tegen de zon moeten kunnen. Niet dus, want de man had in Nederland amper zon gezien. Ik moest daaraan denken toen Franc Weerwind na de zomer de raad binnenliep en duidelijk bruiner was dan voor zijn vakantie. Ik zei hem, dat hij mooi bruin was geworden en hij lachtte en leverde het bewijs door zijn horloge te verschuiven. Ik moest hem zeggen dat ik het ook echt meende en vertelde over Don Bayes. Ik vond het jammer, dat ik bij een simpele constatering, zoals ik ook bij een wit persoon zou doen, een uitleg moest geven, omdat ik werd geacht niet te weten dat gekleurde mensen ook bruiner worden in de zon. Franc vatte het leuk op, maar iedere andere gekleurde medelander zou het in eerste instantie als spot kunnen opvatten en boos kunnen worden. Nzume is al beledigd, als iemand zegt op zwarte vrouwen te vallen, want dan stel je kleur voorop en niet persoonlijkheid. Een vreemde mening, want ik dacht toch, dat iedereen in eerste instantie valt op een aangenaam uiterlijk en later pas de persoon leert kennen. Ik val ook op zwarte, nee meer bruine kleuren: Sidney Poitier was mijn lievelingsacteur. Maar de buurjongens van mijn ouders, bereikbaarder en met ongeveer dezelfde kleur, bovendien van dezelfde leeftijd, vond ik niet leuk omdat ze niet zo knap waren. Toen ik net een relatie met mijn huidige man had werd ik in V&D benaderd door een mooie bruine man, die me een koffie aanbood. Ik bezweek bijna, maar het beeld van een verdrietige partner liet me de uitnodiging afslaan. Dat was mijn laatste kans, verkeken, nu ben ik te oud voor sjans.
  Ik ben niet te vergelijken met een dombo, die er nazistische ideeën op nahoudt, dat weet ik, maar dat Nederland met dat soort vergeven is, dat is complete onzin. Wat ik in deze tijden van de Pietendiscussie vooral tegenkom is de gevoeligheid van de gekleurde mens. Als iemand ervan uitgaat, dat een opmerking kwaadaardig is, dan komt hij heel wat racisme tegen, maar als er op kleur wordt gekeken is dat vaak juist positief. Wat is er verkeerd aan het zien van een kleur, vraag ik me af. De slappe blanke huid is doorgaans bezaaid met vlekken, zeker als die ouder wordt, waardoor ik jaloers kijk naar de Turkse vrouwen van mijn leeftijd met hun strak gespannen mokkakleurige vel. In de Pietendiscussie speelt men de underdog, een negatieve aandachttrekkerij, die net als bij een zeikend kind de tegengestelde uitwerking heeft. Als de witte Nederlander wordt geacht geen onderscheid te maken tussen zwart, bruin en wit, dan zal de gekleurde Nederlander dat ook niet moeten doen. Dat is nu juist was Nzume wel doet: aandacht voor haar kleur, terwijl wij witten die aandacht niet mogen hebben.
  Het spelen van de underdog, de ongeaccepteerde medemens, heeft bovendien tot gevolg dat het de gekleurde mens juist stigmatiseert, met alle gevolgen van dien op economisch gebied. Daarbij komt, dat een behoorlijke groep gekleurden nogal problematisch in onze samenleving staan. Wat is oorzaak en wat is gevolg? Turkse jongeren, geboren in Nederland, stemmen als een spelletje voor een dictatuur in Turkije, maar genieten van de vrijheid van de Nederlandse samenleving. Ze vermoorden de democratie in een land, waar ze niet wonen en waar hun opleiding zometeen als elitair en onwenselijk wordt beschouwd. Vertel mij de logica hiervan. Antilliaanse jongeren voerden een paar jaar geleden de statistieken aan van meest crimineel. Het afzetten tegen een samenleving waarin je woont is een bewuste keuze voor de rol van underdog. Daarbij stigmatiseert het de hele groep met dezelfde komaf, ook al functioneert het overgrote deel prima in de samenleving.
  Hoe meer er wordt geproken en geschreven over kleurverschillen, hoe meer gekleurden denken dat zij niet worden geaccepteerd door witte burgers. Aandacht is niet altijd goed. Vooral niet, als die verkeerd wordt geventileerd, zoals Nzume doet in het interview met Donkers: er is geen zwarte politicus te vinden in Den Haag (Eh, Simons deed een poging). Dat klopt, maar wel Marokkaanse en Turkse. Wat let de zwarte burger om in de politiek te gaan? Er zijn twee zwarte burgemeesters die misschien nog de stap wagen (als hun privé situatie dat nog toestaat). Maar goed, het zou toch vreemd zijn, dat iemand vanwege zijn kleur gevraagd wordt om in de politiek te gaan? Is dat dan geen beroep meer waarvoor bepaalde vaardigheden of een wil benodigd zijn? De logica van Nzume kan ik dan ook helemaal niet volgen. Zij heeft een prima baan en allerlei activiteiten, doet het geweldig in Nederland, maar zegt dat haar gekleurde medemens geen kans krijgt. Verwacht ze van de witte Nederlander, dat hij voor haar door het stof kruipt uit schaamte voor alles wat blanken ooit hebben uitgehaald en voor alles wat ze (nog) niet begrijpen, of moet de gekleurde Nederlander eens door het stof om te begrijpen, dat kleur geen enkel verschil maakt, maar dat het een kwestie van mentaliteit is? Ik heb geen antwoord, maar als niet discriminerende mens stop ik nu ook erover te denken en hoop voor de mensheid, dat die tenslotte een slappe theekleur krijgt.

17.6.14

Aan het stigma voldoen

Ik probeer me te verplaatsen in een jihadstrijder. Een jongeman afkomstig uit Nederland. Iemand met een dubbele nationaliteit. Wellicht iemand die de capaciteiten heeft om een MBO opleiding te doen, misschien zelfs HBO. Maar misschien ook iemand, die qua mogelijkheden niet verder zal komen dan een lagere opleiding. De top zal hij niet bereiken, vanwege zijn intellectuele capaciteiten, dan wel omdat hij een buitenlandse naam heeft met daarbij behorend uiterlijk. Iemand die als kind een beschermde opvoeding heeft genoten van liefdevolle ouders met de culturele achtergrond van hun geboorteland. Een kind, geboren in Nederland, dat zich alleen al door zijn uiterlijk van meet af aan nooit echt Nederlander voelde, regelmatig door de omgeving daarop werd gewezen, door de opvoeding van zijn ouders een afstand van de Nederlandse cultuur moest behouden, maar buiten het ouderlijk huis juist volledig moest integreren, geacht werd volledig Nederlander te zijn. Zijn school werd 'zwarte school' genoemd, als het enigszins mogelijk was als de pest gemeden door de 'echte' Nederlanders.
   Maar dat is hij ook, volledig Nederlander, al vindt de autochtone Nederlander onaangenaam vaak van niet. Als hij solliciteert maakt hij minder kans op de baan dan een blanke. Als er iets aan de hand is, zal hij per definitie sneller verdacht worden dan de blanke. Als mensen met dezelfde komaf crimineel gedrag vertonen, wordt hij direct bij die criminelen geschaard, ook al is hij de braafheid zelve. Zijn situatie is het product van het handelen van onze eigen regering, die in de vorige eeuw gastarbeiders naar Nederland haalde om het werk te doen, waar geen Nederlander voor te vinden was. Mensen die in eigen land al weinig perspectief hadden en dachten het hier beter te krijgen. Misschien was dat ook zo, maar een groot deel van het Nederlandse volk beschouwde hen als primitief en ondergeschikt. Kneuzen zonder hersens uit zuidelijke landen, die ons vuile werk opknapten, tweederangs burgers.
   Dat die opinie niet is gewijzigd in de eenentwintigste eeuw bewijst niet alleen de PVV aanhang. Er zijn tal van mensen, die nog altijd neerkijken op de allochtone Nederlander en het bewijs daarvan is regelmatig te lezen in kranten en te horen tijdens gesprekken. Onverwacht kan een buur of kennis ineens meningen uitkramen, die de oren doen klapperen.
   Een mens, dat vanaf de geboorte een stigma krijgt opgeplakt, is in voortdurend gevecht met zijn omgeving. Om dat gevecht te winnen is een pantser nodig, dat iemand opsluit in de eigen wereld, waarin hij als individu tracht een doel te bereiken en zich niet laat beïnvloeden door de vijandigheid en vooroordelen van buiten. Dat lukt menigeen. Dat lukt velen niet. Karakter, capaciteiten, mogelijkheden, misschien ook financiële middelen spelen daarin een enorme rol.
   Degene die het niet lukt blijft rondwaren in de underdog positie. Een uitzichtloze positie, met altijd weer die plakker 'Ik ben anders' op zijn hoofd. En in het andere vaderland is hij dat ook. Het gevecht voor acceptatie zet zich om in een gevecht tegen acceptatie. Als men hem dan toch niet moet, dan zal men ook een goede reden krijgen om hem niet te moeten. Hij zal voortaan voldoen aan datgene wat van hem wordt verwacht, aan wat de sticker op zijn voorhoofd zegt.
   De strijd om als volwaardig Nederlander geaccepteerd te worden heeft hij verloren, de strijd om iets anders te zijn kan hij misschien nog wel winnen. In ieder geval is hij welkom, zal worden gewaardeerd, zal worden vereerd, zelfs dood. Het maakt niet uit, wie hem waardeert, als die waardering er maar eindelijk eens is.

4.8.12

Discriminatie



Ik mag het niet over 'niveau' hebben, vindt mijn man. Als ik het woord uitspreek, zegt hij direct 'Jij, met je eeuwige niveau!' Ik voel me dan 'verkeerd', denk me te moeten verdedigen of me te moeten schamen, omdat ik een onderscheid maak tussen mensen op basis van hun ontwikkeling, opleiding of intelligentie. Kennelijk vat hij dat op als discriminatie. Met mijn politieke rol in het achterhoofd moest ik flink nadenken of hij hierin gelijk had. Ben ik niet correct?
     Mijn eetkamer in Haarlem was een voormalige bakkerswinkel, die helemaal moest worden gestript. Verder dan dat kwamen we niet, want een enorme belastingaanslag deed roet in het eten. Om de muren vol gaten te camoufleren, die je het idee gaven in Beiroet te zijn beland, hing ik mijn schilderijen koud tegen elkaar aan. Een bijkomstigheid was de reactie van bezoekers. Sommige mensen reageerden totaal niet op de zotte vertoning, anderen bekeken de stukken met aandacht. De ergste kritiek die ik kon krijgen was: 'Heb jij die gemaakt? Nou, kunstig hoor, dat zou ik niet kunnen.' Liever hoorde ik iemand de boel knalhard afkraken. Ik realiseerde me, dat die mensen geen flauw benul hadden van kunst en alles wat enigszins realistisch was geschilderd 'kunstig' zouden noemen. De beoordeling van wat ik schilder laat ik daarom het liefst over aan iemand die er meer verstand van heeft dan ik. Iemand die zich op dat gebied meer heeft ontwikkeld dan ikzelf.
     Hetzelfde geldt voor wat ik schrijf. Als iemand mij zegt, dat ik goed schrijf, is zijn achtergrond, zijn ontwikkelingsniveau op dat gebied voor mij van wezenlijk belang. Ik zit niet verlegen om complimentjes. Laatst zei een vriendin tegen me, dat ik de Volkskrant zou moeten benaderen voor een column, omdat ze mijn blogs zo verdomd goed geschreven vindt. Het eerste dat je je in zo'n geval moet bedenken is 'Wie zegt het?' Pas dan kan je de waarde van zo'n compliment bepalen. Ook dan ben ik weer bezig met 'niveau'.


     Ik ben helaas geen ingenieur. Dat vind ik heel jammer, maar ik was stomweg te lui om in mijn jeugd veel aandacht aan een goede opleiding te besteden. Het ontdekken van het leven was belangrijker, vond ik. Bovendien heb ik geen idee, of ik ooit ingenieur had kunnen worden. Misschien was ik er wel te dom voor geweest. Ik kijk wel op tegen mensen, die wel ingenieur, chirurg of doctor in de dit of dat zijn geworden. Zij bezitten duidelijk iets wat ik mis, misschien de hersens, maar al is het alleen al doorzettingsvermogen. Ik heb de makkelijkste weg gekozen.
     Dat wil niet zeggen, dat ik minder waard ben dan die bonzen. Ook ik vervul mijn bescheiden taak in deze samenleving. Een taak die misschien weer minder belangrijk is, dan die van een vuilnisman of buschauffeur. Kijk ik naar 'How it's made' op Discovery Channel, dan realiseer ik me, dat ik zonder die mensen aan de lopende band van heel veel artikelen verstoken zou zijn. Niet alleen onzinnige, maar ook radiatoren, auto's of de ventilator, die mij nu verkoeling brengt.
     Als ik over niveau praat, dan discrimineer ik niet. Ik kijk niet neer op mensen. Ik stel alleen vast, dat er verschillen zijn. Verschillen, die zich uiten in spraak, in smaak en gedrag. Verschillen zijn er ook in kleur en in cultuur. De angst om die verschillen te benoemen tref ik bij heel veel mensen aan, maar niet als het gaat om omhoog trappen. Een man mag gerust zeggen, dat hij iemand een omhooggevallen kakmadam vindt, omdat ze netjes Nederlands spreekt. Maar zou de kakmadam zeggen dat de man een onderontwikkelde platte vent is, dan is het hek van de dam. Dan toont zij geen respect of discrimineert. Dat deugt niet.
     Respect voor elkaar heeft niets te maken met de wetenschap, dat er veel verschillen zijn tussen mensen. Waar het om gaat is, hoe je met elkaar omgaat. Als ik spreek over niveau, dan hang ik een waardeoordeel aan wat die persoon op wel vlak voor mij kan betekenen. Mooie kritieken van iemand zonder verstand van zaken zijn nutteloos. Goede of slechte kritieken van iemand met kennis zijn goud waard. Als ik de staat van mijn dak beoordeeld wil hebben, haal ik daar geen arts bij, maar een dakdekker, het liefst een die het vak van zijn vader leerde. Als ik mijn gezondheid beoordeeld wil hebben, ga ik naar die arts.


    Word je gediscrimineerd vanwege je maatschappelijke status of je huidskleur, dan zul je je moeten realiseren, dat je jezelf niet kan laten beoordelen door iemand, die geen kennis heeft van zaken. Iemand die denkt dat negers dom zijn, heeft een bijzonder lage algemene ontwikkeling of is gehersenspoeld door racisten. Iemand die een vuilnisman als afval behandeld, is verstoken van een reeële kijk op de samenleving. Het is juist het niveau van mensen, dat kan aangeven in hoeverre je wakker moet liggen van zaken als discriminatie. Door wie laat jij jezelf beoordelen? Het is waarschijnlijk daarom dat het trappen naar boven niet wordt ervaren als discriminatie, omdat de personen in kwestie zich niet serieus beoordeeld voelen door iemand met een lagere ontwikkeling. 'Hij weet niet beter' is het dan. En misschien ook daarom liggen de vele graaiers van de miljoenen niet wakker van de kritiek. Het is immers het 'gewone volk' dat hen bekritiseerd en daar staan zij boven. Hun geld is hun macht, niet hun verstand. Dat geldt ook voor de racist. Hij kan wel een hogere opleiding hebben, of behoren tot het (ooit) 'superieure blanke ras', maar van enige algemene mensenkennis is hij gespeend. Zijn beoordeling is dus niets waard.


     Een goede reden, om het vaker te hebben over niveau om te beoordelen waarom de mening van mensen er in heel veel gevallen absoluut niet toe doet. Kies in alle eerlijkheid je eigen keurmeesters uit.