23.11.13

Vroeger...

Tien jaar dood op bed in je eigen huis. Het klinkt in mijn oren beter dan tien jaar onder de grond met, zoals Jaap Fischer het zong, 'wat maden en een mol, ik maak mijn eigen graf wel vol'. En dat klinkt weer beter dan de oven, maar ieder zo zijn wens.
   Er zijn genoeg redenen te bedenken, waarom mensen een eenzaam leven leiden. Een van de eerste daarvan is wel een wereld, die niet meer bij je past en waar je geen aansluiting meer bij voelt. Het valt me op, dat het solitaire leven van de dood gevonden mensen in de media wordt omschreven als een schandalig gevolg van onze steeds individualistischer samenleving, vooral neergelegd bij buren en familie. Geen journalist die zich bedenkt, dat de eenzaamheid ook een keus kan zijn. Voor een kluizenaarsbestaan kan men kiezen.
   Onze gemeente heeft gekozen voor de digitalisering van diverse overheidstaken. Een uitkering moet via internet worden aangevraagd, informatie over tal van zaken is alleen nog via internet te vinden. Een vertrouwd stuk papier in je handen is ouderwets en wie dat mist, is een loser. Onze gemeente ging voorbij aan een motie die vond, dat het te vroeg is voor deze stap in de eindeloze kilte van bits en bytes, nullen en enen, misschien het beste te vergelijken met het donkere niets in ons heelal. Voor wie er niet mee overweg kan, is ergens wel hulp te vinden. Voor wie zaken dan toch zelf wil regelen, is geen plaats meer.
   Ik werkte met de eerste computers, op de eerste 'terminals' en met de eerste PC's. Voor mij was niets mooier dan die voortschrijdende techniek, die steeds meer mogelijk maakte. Van telegrammen, dure telefoontjes en langzame brieven naar het buitenland, via de fax naar de e-mail en nu face-time. Prachtig! Of toch minder? Mijn telefoon is een deel van mijn lijf geworden en ik kan nooit meer zeggen dat ik niet thuis ben, ook al wil ik vaak zó graag niet thuis zijn. Mijn inbox wordt dagelijks rijkelijk gevuld met allerlei informatie, brieven, vragen en uitnodigingen, die allen even dringend lijken. Ik ben uren per week bezig het kaf van het koren te scheiden. Als ik eenmaal een product heb gekocht via internet, word ik vanaf dat moment dagelijks door het bedrijf overdonderd met reclame en tot nu toe heeft 'afmelden' geen effect gehad. En ik blijf me tot in den treure afmelden, want even een site bezoeken of informatie opvragen (waar kan dat nog anders dan op internet?) en ik heb er weer nieuwe volgers bij. Ik heb een abonnement op raadsinformatie, en dat wordt me met ieder nieuw bericht op die site weer even gemeld, alsof mijn geheugen vergelijkbaar is met dat van een vis: drie seconden. U hebt mail, een, twee, u hebt mail, een twee, u hebt mail, een twee...piep piep, boiiiing, tralala!
   De techniek vindt ook oplossingen uit. Als ik mijn telefoon niet wil opnemen, dan kan ik met een bericht antwoorden. Gister zat ik in vergadering. Een ander kreeg het bericht 'ik zit in het buitenland'. Grapje! Maar zo reageer je als je per ongeluk je telefoon niet op stil hebt gezet. En als je per ongeluk je telefoon op stil laat staan, dan mis je het belangrijke telefoongesprek waarop je zat te wachten. Dit is geen wereld voor mij, maar ik moet meedoen met die haastige flauwekul, anders val ik buiten te boot.
   Iemand die zijn AOW automatisch krijgt gestort en zijn rekeningen automatisch betaalt, geen werk meer doet en de drukte van deze maatschappij buiten de deur laat, ervaart daarachter een enorme rust. De rust van het boek, de krant, wat televisie en de overpeinzingen van het leven. Moe van alle tegenvallers in het leven, moe waarschijnlijk van het lijf, dat al zoveel jaren pijn doet en steeds slechter functioneert, moe van de films, die allemaal al gemaakt zijn, moe van de hongersnoden, de oorlogen en het gif van verkeerde mensen, dat allemaal al zo vaak zijn pad heeft gepasseerd. Dat is de kluizenaar, die zijn tijd uitzit, tot hij op zijn bed gaat liggen en voorgoed in slaap valt. Het zal hem waarschijnlijk een zorg zijn, wanneer hij in een algemeen geaccepteerd graf komt te liggen. Hij ligt daar goed, op zijn eigen bed, waar hij al tijden zijn rust vond, ongestoord. Waar hij de wereld niet liet veranderen in een heksenketel. Hij stierf in zijn eigen, vertrouwde harnas. Misschien had hij altijd onopgemerkt willen blijven, net als de vrouw, die haar dode man en hond bij zich hield en op die manier uiting gaf aan haar eeuwige liefde. Soms willen mensen geen andere mensen meer, maar nog alleen koesteren wat hen zo dierbaar was: vroeger, toen het nog mooi was.

No comments:

Post a Comment