15.4.14

Hij bestaat niet meer

De werkloze man is van de kaart verdwenen, van iedere kaart in het systeem. Hij bestaat niet meer, behalve voor de fiscus. Daar is hij een man, waar nog iets geïnd moet worden uit een voorgaand jaar. Er valt niets meer te halen, maar dat is geen issue.
   Drie jaar na het verlies van zijn werk, dat hij zesentwintig jaar naar tevredenheid verrichtte, is hij uitkeringstrekker af en wordt zijn digitale dossier in ZIP gearchiveerd. Zijn tot vijftig procent gereduceerde inkomen vervalt volledig en niemand valt hem meer lastig met verplichtingen. Hij kan zelf bepalen of hij solliciteert, of hij hele dagen verslagen naar de geraniums staart of zijn dagen vult met onnozele klussen. Zijn huis staat al twee jaar voor anderhalve ton minder te koop, drie kijkers, zijn auto is niet meer gekeurd en zijn versleten broek verving hij bij Noppes voor vier euro.
   Hij krijgt niets, want zijn vrouw heeft een WAO, genoeg voor een persoon, maar niet in dit huis, dat aan de straatstenen niet kwijt te raken is. De man kijkt graag naar plantjes, maar solliciteert ook zonder dwang gewoon door. Hij vult inmiddels digitale formulieren in, soms vier per dag, want voor simpeler banen is een brief niet meer nodig. Het voordeel daarvan is, dat er altijd een negatieve reactie komt, daags erna. Op brieven wordt merendeels niet gereageerd. Driehonderd sollicitaties, twee gesprekken.
   Hij zit niet meer in de statistieken. Hij is man, leeft en woont, meer niet. Uitgerangeerd terwijl hij nog negen jaar moet werken tot zijn pensioen. Wat hij in zijn leven heeft opgebouwd, is geluidloos maar snel als een kaartenhuis ineen gezakt. Misschien nog een paar maanden, dan veilt de bank zijn huis en blijft hij zitten met een restschuld. Zijn plannen voor de toekomst gaan in rook op en dat wat hij de dochters wilde nalaten bestaat niet meer.
   Zijn trots is geminimaliseerd, bestaat nog alleen uit de woorden van zijn vrouw, die hem verzekerd dat het niet aan hem ligt, maar aan vakkundig politiek wanbeleid. Zij kriebelt door zijn korte baard, die zij hem ooit zelf opdroeg en vindt hem nog steeds super mannelijk, maar hij ziet in de spiegel alleen nog de grijze haren op die kin en weet dat het pigment, net als de kans op een baan, voorgoed is verdwenen. Hij is weer terug bij af, drieëntwintig, blut, maar het spiegelbeeld klopt niet en er zit geen reverse op de tijd om nog toekomst te creëren.

No comments:

Post a Comment