24.1.23

Huisdieren en schuld

Ik knuffel Floris, de haarbal van veertig centimeter hoog, die enorm veel lijkt op de Hondenmatroos, een van de Gouden Reeks boekjes uit mijn kindertijd. Ik weet dat we hem hadden moeten laten castreren, maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen. Aan een teef zie je niet dat ze gesteriliseerd is, aan het reu wel.

Floris is de kleinse hond die we hebben, nadat Ventje (wel gecastreerd) is verdronken in ons zwembad of er dood is ingevallen. Een klein manneke moet wel al zijn natuurlijke overwicht behouden op de drie grote teven, die hij in zijn roedel heeft.

Peppa, Ventje, Noah

Noah, de vader van Ventje, was ook niet gecastreerd, tot hij overal begon te pissen toen Ventje volwassen werd. We deden het alsnog, maar hij bleef pissen, want hij moest zijn terrein markeren, zelfs voor zijn zoon.

De teven in dit huis zijn op perfecte leeftijd 'geholpen' (wat een woord!) en lopen dus geen risico. Niet dat Floris ooit in staat zou zijn hun hoogte te bereiken, maar toch...een slapende teef is laag bij de grond.

Ik heb veel huisdieren en heb er vele gehad. Op dit moment vier honden en een kat, Güçlü (krachtig). Jenna, onze leeftijdsloze kat die bij het vorige huis hoorde kon redelijk met de toenmalige honden door de deur, maar we dachten dat ze een soortgenoot wel leuk zou vinden. Güçlü was amper drie weken toen mijn dochter haar bij de dierenarts in een kooi ontdekte. Ze zei, dat dit katje bij ons hoorde, dat voelde ze, dus namen we haar mee. Jenna heeft nooit iets van haar moeten hebben (beide poezen). Een half jaar geleden is Jenna overleden. Ouderdom. We schatten haar toen een jaar of 15, maar nadat ik de vorige eigenaars daarover informeerde, bleek ze minstens 20 te zijn geweest. Dan is sterven een normale zaak. Tries maar natuurlijk.

Mimi

Dat was niet het geval met Mimi. Mimi kwam uit Turkije. Ze had een gevecht gehad op het balkon van mijn zus en was met haar rug een verdieping lager op de rand van een kruiwagen gevallen. In die tijd waren er nog alleen veeartsen in de omgeving en dus gaf ze het half verlamde katje mee met een vriendin, die die week naar Nederland ging. Mijn ouders haalden haar op van Schiphol en wisten eigenlijk niet wat ze met Mimi, die eigenlijk Mini heette, aan moesten. Ik had Danny toen, een zwarte kater, die voortdurend om eten zeikte. Ik stelde mijn ouders voor te ruilen en ze stemden toe.

Mimi sleepte haar achterlichaam achter zich aan, maar het was verder een gezonde kat. Bijkomend werk was, dat ik vier maal per dag haar blaas moest legen (door erin te knijpen) en een of tweemaal per dag haar darmen moest leeg masseren. Niemand anders, behalve mijn vader, lukte dat. Ze had vaak een blaasontsteking en dan liet ze alles lopen. Maar pa werd oud en toen we na een week vakantie terugkwamen en haar blaas na 'lediging' nog propvol zat wist ik, dat ik geen beroep meer op hem kon doen. Ze moest dus mee op reisjes, die niet verder meer konden dan de Ardennen. Ze kreeg op een nacht diaree en smeerde het hele huisje onder. Ik moest haar douchen. Probeer dat maar eens met een kat. 

Na vier jaar maakte ik, toen ze weer een blaasonsteking had, een afspraak bij de dierenarts om haar te laten inslapen. Zelfs nu, 20 jaar later, schiet er nog een koude rilling door me heen. Een uur voor de afspraak zegde ik deze af. Zo ging het vier keer. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen, maar de problemen met het 'uitpersen' werden stees groter. Op een kwade dag zette ik door. 's Avonds bonkte ik met mijn hoofd tegen de muur. Ik mistte haar ontzettend en zal mezelf nooit vergeven, dat ik dat heb gedaan. Nooit.

Luther, een zwarte kater, moest ik laten inslapen. Hij werd aangereden en wist nog met zijn laatste kracht over een kippengaashekje van 50 centimeter naar de deur te komen. Zijn achterpoten waren gevild, als afgekloven kippenpoten. Ik bedekte ze direct met een handdoek voor mijn dochter en ging naar die dierenarts. Twee achterpoten missen was voor een kat geen leven, en dus...

Peppa, de moeder van Ventje, overleed op hetzelfde uur en dezelfde dag als Atatürk. We woonden net een half jaar in Turkije, december 2014. Ze kreeg een hersenbloeding en was al oud en dus was het tries, maar natuurlijk.

Kato

Kato, de grijze kat die we uit Nederland meenamen werd tegen de twintig. Aanvankelijk had ze veel problemen met de hitte, maar na een paar maanden wendde ze en had nog een prachtig leven. Toen ze stervende was, was ze broodmager, maar ik wilde toch de natuur zijn gang laten gaan. Ze wilde niet geaaid worden. Mijn zus en zwager kwamen een uurtje op bezoek. Toen ik weer naar haar toe ging was ze gestorven. Direct verstijfd. 

Noah werd ziek. Hij was afgepeigerd en hoestte veel. Ik ging naar de Turkse dierenarts en die dacht aan 'Cannelcough', gaf hem antibiotica. Ik dacht aan een hartprobleem, maar de man ontkende. Noah blies op, zijn lichaam zat vol vocht. Met de dierenarts en de huisarts (een vriend van ons) hebben we nog geprobeerd goede medicijnen te geven, maar het was te laat. Hij sliep in in mijn armen. Het was mijn lievelingshond, maar ik was blij dat hij uit zijn lijden werd verlost. Voor zijn dood stond hij op ons erf om zich heen te kijken, zonder nog te beseffen wat er om hem heen gebeurde.

LouLou

Kort daarvoor was LouLou bij ons komen wonen. Een Golden Retriever van 4 maanden. De dorpstandarts, zoon van onze huisbaas, wist dat wij wel een goed huis zouden zijn voor de hond, die zijn vrouw te vermoeiend vond. Met haar kregen we een grote zak kippenvlees mee. LouLou werd drie jaar. Ze stond elke ochtend met haar voorpoten op de tweede tree van de trap hard kwispelend ons op te wachten. Een hond waar niets op aan te merken was: lief voor alle andere, enthousiast, energiek, liefdevol, aanhankelijk, speels... maar die ene ochtend stond ze er niet. Wij wisten meteen dat iets compleet verkeerd was. Mijn man stapte op de scooter om haar te zoeken. Ik liep rond in onze grote tuin en toen naar het hek aan de ander kant van waar Ernst was vertrokken. Daar lag ze, pal aan de andere kant, dood. Normaal sprong ze met gemak over de muur, maar daar had ze kracht niet meer voor. Wij vermoeden een slangenbeet, maar het kan ook vergif zijn geweest.

Mimi hebben we in de Kennemerduinen begraven. Peppa op het landgoed van mijn zus. Noah en Kato zijn begraven in de tuin van ons voormalige huis. LouLou, Ventje en Jenna liggen hier, in onze tuin, met een herdenkingssteen.

En dan waren er meer...Elif, een klein Turks katje van mijn zus, die door een stupide dierenarts werd ingeent, terwijl ze ziek was. Ze ligt in de tuin in Haarlem.

Met mijn ex had ik de zorg voor zijn Pucky en Noushka, twee katers die duidelijk homo waren. Geweldige katten, kroelers, altijd een last op bed. Toen Pucky stervende was, lag Noushka naast hem met zijn poot op hem. We begroeven hem in de tuin. Noushka was groter en zwaarder dan mijn eerste baby. Hij kon met een nagel de koelkast openen en met zijn bek een dressoir openen. Hij kreeg een tumor in zijn bek en stonk enorm. Toen er niets meer aan te doen was, liet mijn ex hem inslapen. Een van de weigige momenten dat ik hem zag huilen.

Nog altijd komen deze gestorven dieren in mijn gedachten. De liefde die je van hen kreeg en het enorme gemis, de vreselijke wijze waarop een aantal van hen moest sterven en de beslissingen die wij mensen moesten nemen om hun lijden te bekorten. Vooral Mimi, LouLou en Ventje zijn altijd in mijn gedachten. Had ik hun dood kunnen voorkomen of had ik Mimi moeten laten leven, ook al zag ik geen mogelijkheid meer. Was dit egoisme? Was haar dood gerechtvaardig? De dierenarts zei van wel, omdat het teveel voor me werd, maar ik heb mijn eigen gedachten daarover. Mijn schuld, ik zal mezelf nooit vergeven. 



No comments:

Post a Comment